User manual

65
De spanningsdrempel van de onderspanningsuitschakeling is af fabriek ingesteld, maar kan aan de
hand van een optionele display-afstandsbediening (vb. FB-02 SWD of FB-03 SWD) individueel worden
ingesteld. De instelling wordt in de handleiding van de afstandsbediening beschreven.
De herinschakeldrempel is af fabriek vast ingesteld en kan niet worden verwanderd.
Temperatuurbeschermingsschakeling
De omvormer is met een vermogens- en temperatuurgestuurde apparaatventilator uitgerust. Als de tem-
peratuur aan de binnenkant van het interieur te hoog is, schakelt de omvormer omwille van veiligheids-
redenen automatisch de uitgang af. Schakel de omvormer niet uit en laat deze eerst op normale bedrijfs-
temperatuur komen. De uitgang wordt automatisch opnieuw geactiveerd.
Uitschakeling bij overbelasting
De omvormer wordt automatisch uitgeschakeld van zodra er overbelasting optreedt. Een overbelasting
kan door het overschrijden van het continue vermogen, de stroomopname of ook door een kortsluiting
aan de uitgang optreden.
De omvormer is met een automatische heraanloop (softstart) na overbelasting uitgerust. Deze heraanloop
is bijzonder bij verbruikers met een groot inschakelvermogen zinvol. Als de nieuwe start ook na herhaalde-
lijke pogingen niet lukt, dan is de verbruiker niet voor gebruik met de omvormer geschikt.
De uitgang wordt automatisch ingeschakeld van zodra de overbelasting of de kortsluiting op de uitgang
werd opgelost.
Algemene aanwijzingen voor het gebruik van wisselstroomverbruikers bij omvormers
In principe kunnen alle 230 V-verbruikers worden aangesloten op een omvormer. Om de vermogensbe-
hoefte en de overeenkomstige reserves te kunnen inschatten is het belangrijk enkele eigenschappen
van typische 230 V-verbruikers te kennen.
Veel 230 V-verbruikers hebben een veel hoger inschakelvermogen dan het op het kenplaatje aangege-
ven continuvermogen.
Het inschakelvermogen speelt bij stroomvoorziening van het openbare stroomnet geen grote rol, omdat
er steeds voldoende vermogenreserves beschikbaar zijn. Omvormers zijn echter in hun vermogen
begrensd en kunnen slechts korttijdig het aangegeven piekuitgangsvermogen leveren. Indien het
inschakelvermogen van een verbruiker groter is dan het piekvermogen van de omvormer, dan is deze
verbruiker niet geschikt voor de omvormer.
Voorbeeld: Een kleine compressoraangedreven koelkast met een continuvermogen van ca. 50 W heeft
in de aanloopfase van de compressor tot 500 watt nodig. Voor deze koelkast is een omvormer met een
piekvermogen van min. 500 W nodig.
Andere voorbeelden:
- Gloeilamp ca. 1 sec. een tot 8 keer hoger inschakelvermogen
- Koelkast ca. 3 sec. een tot 10 keer hoger inschakelvermogen
- Televisietoestel ca. 1 s een tot 10 keer hoger inschakelvermogen