Operation Manual

166
11. LITHIUM-ACCU’S (LIPO, LIION, LIFE)
a) Algemeen
Dit laadprogramma is alleen geschikt voor accu’s met lithium-techniek „LiPo“,
„LiIon“ en „LiFe“. Het betreffende type van de accu die u op het laadapparaat
wilt aansluiten, moet voorafgaand aan de start van een laad-/ontlaadproces
worden ingesteld (in de „User“-instellingen, zie hoofdstuk 16).
Wanneer de accu een balancer-aansluiting heeft, moet bij het laden/ontladen
van de accu niet alleen de aansluitkabel van de accu, maar ook de balancer-
aansluiting met het laadapparaat worden verbonden.
Selecteer de juiste balancer-aansluiting afhankelijk van het aantal cellen.
Er zijn verschillende typen voor de balancer-stekker. Gebruik geen geweld
wanneer de stekker niet past! In een speciaalzaak zijn de juiste adapters
verkrijgbaar voor balancer-stekkers.
Alleen bij gebruik van een balancer (in het laadapparaat geïntegreerd) hebben
alle cellen van een meercellig accupak na het laadproces dezelfde spanning
en komt het niet tot een overlading van een van de cellen (brand- en
explosiegevaar), resp. tot een diepontlading van een van de cellen
(beschadiging van de accu).
De in te stellen laadstroom is afhankelijk van de capaciteit van de accu de
bouwwijze (zie hoofdstuk 7). Raadpleeg de gegevens van de accufabrikant.
Selecteer in het hoofdmenu (aanduiding zie hoofdstuk 9) met de toets „BATT TYPE/STOP“
het accuprogramma „LiPo BATT“ (zie volgende richtlijn) en bevestig de keuze met de toets
„START/ENTER“.
¼
Afhankelijk van het door u geselecteerde accutype in de „User“-instellingen
(hoofdstuk 16) wordt op het display „LiPo BATT“ (basisinstelling bij levering), „LiIo
BATT“ of „LiFe BATT“ weergegeven.
Controleer of het op het display weergegeven accutype (vb. „LiPo“) overeenkomt
met de accu die u wilt laden of ontladen.
Wilt u Lilon- of LiFe-accu’s opladen, dan moet u eerst in de „User“-instellingen
(hoofdstuk 16) het juiste accutype kiezen!