Instructions

Startver-
traging
minuten
Denieer de vertragingstijd vande onmid-
dellijke start van de registratie.
Bemonste-
ringssnel-
heid
Denieerhoevaakdedataloggermeetenge-
gevens registreert in “MINUTES” of “HOURS”.
Als de datalogger bij extreem lage
temperaturen wordt gebruikt, kies
dan een langere bemonsterings-
frequentie om het stroomverbruik
te verminderen en de levensduur
van de batterij te verlengen.
Registra-
tietijd
Deze waarde wordt automatisch berekend
op basis van de bemonsteringsfrequentie en
kan niet door de gebruiker worden ingesteld.
LED-itsin-
terval
Selecteer hoe snel de LED-controlelampjes
(2,3) moeten knipperen. Kies een interval
van 5, 10, 15, 20, 25 of 30 seconden.
Display
inschakelen
Verwijder het vinkje uit het selectievakje om
het LC-display uit te schakelen, of vink het
selectievakje aan om het LC-display in te
schakelen.
Als de datalogger bij extreem lage
temperaturen wordt gebruikt, kies
dan een langere bemonsterings-
frequentie om het stroomverbruik
te verminderen en de levensduur
van de batterij te verlengen.
201