Operation Manual
06 Starten en rijden
124
Parkeerhulp (optie)
06
Activeren/deactiveren
U kunt de parkeerhulp uitschakelen met de
knop
EXIT op het schakelaarpaneel (zie
pagina 64). De melding Parkeerhulp inactief
Enter = ac tiveren verschijnt dan op het au-
diodisplay. De parkeerhulp is vervolgens op-
nieuw te activeren met een druk op de knop
ENTER op het bedieningspaneel. Op het dis-
play verschijnt dan de melding Parkeerhulp
actie f Exit = deactiveren.
Sensoren schoonmaken
Sensoren voor parkeerhulp
De sensoren werken alleen naar behoren,
wanneer u ze regelmatig schoonmaakt met
water en autoshampoo.
WAARSCHUWING
Door bepaalde geluidsbronnen kan het sys-
teem ten onrechte waarschuwingssignalen
afgeven. Voorbeelden van dergelijke ge-
luidsbronnen zijn onder meer claxons, natte
banden op asfaltwegen, luchtdrukremmen
en uitlaten van motorfietsen. Sneeuw en ijs
op de sensoren kunnen ook ten onrechte
aanleiding geven tot waarschuwingssigna-
len.










