Operation Manual

10 Infotainment
208
Telefoonfuncties (optie)
10
Trek de simkaarthouder (1) uit de simkaart-
lezer.
Plaats de simkaart dusdanig in de houder
dat de kant met het metaal zichtbaar is.
Zorg dat de afgeschuinde hoek van de
simkaart overeenkomt met die van de sim-
kaarthouder.
Duw de simkaarthouder voorzichtig weer
naar binnen.
Menufuncties
Op pagina 196 vindt u een beschrijving van de
wijze waarop u de telefoonfuncties via het me-
nusysteem kunt sturen.
Verkeersveiligheid
Om veiligheidsredenen zijn bepaalde delen
van het menusysteem voor de telefoon niet
toegankelijk bij snelheden hoger dan 8 km/h.
U kunt een begonnen activiteit in het me-
nusysteem echter nog wel beëindigen. Deze
snelheidsbegrenzing kan worden opgeheven
met de menufunctie 5.6.1 Menuvergrend. (zie
pagina 213).
Bediening telefoon
Bedien ingspaneel op middenconsole
1. VOLUME Het achtergrondvolume van
de radio e.d. regelen tijdens een gesprek
2. Cijfer- en lettertoetsen
3.
MENU Hoofdmenu openen
4. EXIT Gesprekken beëindigen/weige-
ren, ingevoerde tekens wissen
5. Navigatieknop Navigeren in menu’s en
tekenregels
6.
ENTER Gesprekken aannemen, tele-
foon activeren die stand-by staat
7.
PHONE Aan/uit en stand-by
Toetsenset op stuurwiel
Wanneer de telefoon in de actieve stand staat,
kunt u met de toetsenset op het stuurwiel al-
leen de telefoonfuncties regelen. Als u de toet-
sen wilt gebruiken om instellingen in het au-
diosysteem te verrichten, moet u eerst de tele-
foon stand-by zetten.
1.
ENTER Dezelfde functie als de overeen-
komstige toets op het bedieningspaneel
2.
EXIT Dezelfde functie als de overeen-
komstige toets op het bedieningspaneel
3. Gespreksvolume Verhogen/verlagen
4. Navigatietoetsen Menu’s doornemen