Operation Manual

05 Sloten en alarm
94
A fstandsbediening met sleutelblad
05
Afstandsbediening
Bij de auto worden twee afstandsbedieningen
geleverd. Deze doen tevens dienst als con-
tactsleutel. De afstandsbedieningen bevatten
afneembare metalen sleutelbladen voor het
mechanisch vergrendelen/ontgrendelen van
het bestuurdersportier en het dashboardkast-
je.
De unieke code van de sleutels is bekend bij
de erkende Volvo-werkplaatsen, waar ook
nieuwe sleutels kunnen worden besteld.
Er zijn maximaal zes transpondersleutels/sleu-
telbladen voor één en dezelfde auto te pro-
grammeren en te gebruiken.
Knippersignalen bij vergrendelen/
ontgrendelen
Wanneer u de auto met het Keyless drive-sys-
teem of via de afstandsbediening vergrendelt,
lichten de richtingaanwijzers van de auto lang-
durig op om aan te geven dat er vergrendeling
heeft plaatsgevonden. Dit signaal wordt alleen
gegeven als na het sluiten van de portieren
alle sloten daadwerkelijk vergrendeld zijn.
Twee korte lichtsignalen geven aan dat er ont-
grendeling heeft plaatsgevonden.
Onder de persoonlijke instellingen is het mo-
gelijk om de lichtsignalen via de richtingaan-
wijzers uit te schakelen. U krijgt dan niet lan-
ger een signaal dat de vergrendeling op de
juiste manier heeft plaatsgevonden (zie
pagina 64).
Zoekgeraakte afstandsbediening
Als een van de afstandsbedieningen zoek-
raakt, moet u de auto samen met de resteren-
de afstandsbedieningen naar een erkende
Volvo-werkplaats brengen. Ter voorkoming
van diefstal moet de code van de zoekgeraak-
te afstandsbediening uit het systeem worden
gewist.
Elektronische startblokkering
De afstandsbedieningen zijn voorzien van ge-
codeerde chips. De code moet overeenkomen
met die van de lezer (ontvanger) in het con-
tactslot. U kunt de auto alleen starten, wan-
neer u een afstandsbediening met de juiste
code gebruikt.
Functies afstandsbediening
1. Vergrendelen Beide portieren en de
achterklep vergrendelen. Bij lang indruk-
ken worden ook de zijruiten en een even-
tueel schuifdak gesloten.
2. Ontgrendelen Beide portieren en de
achterklep ontgrendelen.
3. Approach-verlichting Doe het volgen-
de, wanneer u op de auto toeloopt:
druk op de gele knop van de afstands-
bediening om de interieurverlichting, de
stadslichten ór en de achterlichten, de
kentekenplaatverlichting en de verlich-
ting in de buitenspiegels (optie) in te
schakelen. De verlichting schakelt na
30, 60 of 90 seconden automatisch uit.