Operation Manual

04 Bestuurdersondersteuning
Adaptieve cruisecontrol*
04
164
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Stand-bystand door actief ingrijpen van
uw kant
De cruisecontrol wordt tijdelijk uitgeschakeld
en stand-by gezet, als:
het rijpedaal wordt bediend
het koppelingspedaal meer dan 1 minuut
5
lang wordt bediend
de keuzehendel in stand N wordt gezet
(automatische versnellingsbak)
u meer dan 1 minuut lang een hogere snel-
heid aanhoudt dan ingesteld.
U dient vervolgens zelf uw snelheid aan te pas-
sen.
Wanneer u tijdelijk gas geeft via het gaspedaal
zoals bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instel-
ling van de cruisecontrol ongewijzigd – de auto
hervat de laatst opgeslagen snelheid zodra u
het gaspedaal loslaat.
Automatische stand-bystand
De adaptieve cruisecontrol is afhankelijk van
andere systemen zoals het DSTC (zie
pagina 154). Als een van dergelijke systeem
uitvalt, wordt de cruisecontrol automatisch uit-
geschakeld.
Bij automatische deactivering klinkt een waar-
schuwingssignaal en op het display verschijnt
de melding
ACC gedeactiveerd. U moet in
dat geval zelf ingrijpen om de snelheid en
afstand ten opzichte van de voorligger aan te
passen.
Automatische deactivering is mogelijk, wan-
neer:
het toerental van de motor te laag/hoog
wordt
de snelheid daalt tot onder 30 km/h
6
de wielen hun grip op het wegdek verliezen
de remmen een hoge temperatuur hebben
de radarsensor wordt gehinderd door natte
sneeuw of hevige regenval (de radargolven
worden geblokkeerd).
Ingestelde snelheid hervatten
Een cruisecontrol in stand-bystand is opnieuw
te activeren bij een druk op de stuurtoets
in dat geval wordt de laatst opgeslagen snel-
heid hervat.
N.B.
Wanneer u de ingestelde snelheid hebt her-
vat met
kan er een duidelijke snelheids-
verhoging optreden.
Een ander voertuig inhalen
Als de auto een ander voertuig volgt en u met
de richtingaanwijzer
7
aangeeft te willen inha-
len, helpt de cruisecontrol u door de auto kort
te versnellen in de richting van de voorligger.
De functie werkt bij snelheden
hoger dan 70 km/h.
WAARSCHUWING
Let erop dat deze functie bij meer situaties
dan bij inhalen kan worden geactiveerd,
bijv. als de richtingaanwijzer wordt gebruikt
om het wisselen van rijbaan of een afslag
naar een andere weg aan te geven. De auto
accelereert dan kort.
Uitschakelen
In de stand-bystand is de adaptieve cruise-
control uit te schakelen met een korte druk op
de stuurtoets
, in de actieve stand bij lang
indrukken van dezelfde toets Daarbij wordt de
5
Bij ontkoppelen en opschakelen of terugschakelen wordt de cruisecontrol niet stand-by gezet.
6
Geldt niet voor een auto met file-assistent – bij een dergelijke auto werkt het systeem tot aan stilstand.
7
Alleen bij gebruik van de linker richtingaanwijzers bij een auto met het stuur links of de rechter richtingaanwijzers bij een auto met het stuur rechts.