Operation Manual
04 Bestuurdersondersteuning
Adaptieve cruisecontrol*
04
166
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
WAARSCHUWING
Wanneer de cruisecontrol een rijdende
voorligger volgt bij snelheden boven
30 km/h, van doelvoertuig verandert en ver-
volgens een stilstaand voertuig volgt, zal de
cruisecontrol het stilstaande voertuig nege-
ren en de opgeslagen snelheid aanhouden.
•
U dient dan zelf in te grijpen en te rem-
men.
Automatische stand-bystand bij
wijziging van doelvoertuig
De cruisecontrol wordt uitgeschakeld en
stand-by gezet:
•
wanneer u langzamer rijdt dan 5 km/h en
de cruisecontrol niet kan registreren of het
doelobject een stilstaand voertuig is of een
ander object, zoals een verkeersdrempel.
•
wanneer u langzamer rijdt dan 5 km/h en
de voorligger afslaat, zodat de cruisecon-
trol geen voorligger meer heeft om te vol-
gen.
Stoppen van automatisch remmen bij
stilstaand voertuig
In bepaalde situaties onderbreekt de file-assis-
tent automatisch remmen bij stilstaand voer-
tuig. Dat betekent dat de remmen worden
gelost en de auto mogelijk gaat rollen – u moet
daarom ingrijpen en zelf remmen om de auto
stil te houden.
De file-assistent lost in de volgende gevallen
de remmen en zet de cruisecontrol stand-by:
•
u het rempedaal bedient
•
u de parkeerrem aanzet
•
u de keuzehendel in stand P, N of R zet
•
u de cruisecontrol stand-by zet.
Automatische activering parkeerrem
In bepaalde situaties zet de file-assistent de
parkeerrem aan om te zorgen dat de auto stil
blijft staan.
Dit vindt plaats, als:
•
u het bestuurdersportier opent of de vei-
ligheidsgordel losmaakt
•
U het DSTC uit de Normal-stand haalt en
in de Sport-stand zet
•
de file-assistent de auto al meer dan
4 minuten lang stil heeft gehouden
•
de motor wordt afgezet
•
de remmen oververhit zijn geraakt.
Radarsensor en de beperkingen ervan
De radarsensor wordt, behalve door de adap-
tieve cruisecontrol, ook gebruikt door de func-
ties:
•
Collision Warning with Auto Brake, zie
pagina 180
•
Afstandswaarschuwing, zie pagina 171.
De radarsensor dient om personenauto’s of
grotere voertuigen te registreren die in dezelfde
richting als u en in dezelfde rijstrook rijden.
Bij modificatie van de radarsensor is het moge-
lijk dat het gebruik ervan onwettig wordt.
WAARSCHUWING
De bestuurder dient altijd rekening te hou-
den met de verkeersomstandigheden en in
te grijpen, wanneer de adaptieve cruisecon-
trol geen passende snelheid of afstand aan-
houdt.
De adaptieve cruisecontrol leent zich niet
voor alle verkeers-, weers- en wegomstan-
digheden.
Neem dit gedeelte helemaal door om inzicht
te krijgen in de beperkingen van de adap-
tieve cruisecontrol en daarmee rekening te
kunnen houden, voordat u de adaptieve
cruisecontrol inschakelt.
De bestuurder is er altijd verantwoordelijk
voor dat de juiste afstand en snelheid wor-
den aangehouden, ook bij gebruik van de
adaptieve cruisecontrol.










