Operation Manual
04 Bestuurdersondersteuning
Adaptieve cruisecontrol*
04
``
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
169
Symbolen en meldingen op display
Symbool Melding Betekenis
Stand-bystand of geen voertuig ontdekt in actieve stand.
Voertuig ontdekt in actieve stand waarop de adaptieve cruisecontrol uw snelheid afstemt.
Volgtijd geactiveerd, tijdens aanpassing.
Volgtijd geactiveerd, na aanpassing.
DSTC normaal voor ACC
De adaptieve cruisecontrol kan alleen worden geactiveerd, wanneer de stabiliteits- en tractieregeling
(DSTC) in de normale stand staat, zie pagina 154.
ACC gedeactiveerd
De adaptieve cruisecontrol werd uitgeschakeld – u dient zelf uw snelheid aan te passen.
ACC niet beschikbaar
De adaptieve cruisecontrol kan niet worden ingeschakeld.
Dit kan onder meer gebeuren wanneer:
•
de remmen een hoge temperatuur hebben
•
de radarsensor wordt gehinderd door natte sneeuw of regen.
Radar afgedekt Zie
instructieb.
De adaptieve cruisecontrol werkt tijdelijk niet.
•
De radarsensor kan geen andere voertuigen registreren. Bijvoorbeeld wanneer deze wordt gehin-
derd door hevige regenval of als sneeuwmodder of andere verontreinigingen de radarsensor
afdekken.
Voor meer informatie over de beperkingen van de radarsensor, zie pagina 166.










