Operation Manual
06 Infotainment
Algemene informatie over infotainment
06
``
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
253
Algemene audio-instellingen
Druk op SOUND om het menu met audio-
instellingen (
Bass, Treble, etc.) te openen. Ga
verder met SOUND of OK/MENU naar het
alternatief van uw keuze (bijvoorbeeld
Treble).
Pas de instelling aan door te draaien aan
TUNE en sla de instelling op met OK/MENU.
Druk opnieuw meerdere malen op SOUND of
OK/MENU om de overige alternatieven te
bereiken:
•
Surround
9
– Is Aan/Uit te zetten. Wanneer
u voor Aan hebt gekozen, hanteert het sys-
teem de instelling voor optimale geluids-
weergave. Normaal is dat DPLII en in dat
geval verschijnt
op het beeldscherm.
Als de opname werd gemaakt met Dolby
Digital-techniek, vindt de weergave plaats
met deze instelling en verschijnt
op het beeldscherm. Wanneer u voor Uit
hebt gekozen, is de driekanaals stereo-
weergave actief.
•
Bass – Niveau van de lage tonen.
•
Treble - Niveau van de hoge tonen.
•
Fader – Balans tussen luidsprekers voor
en achter.
•
Balans – Balans tussen luidsprekers links
en rechts.
•
Subwoofer*
9
– Niveau voor de lagetonen-
luidspreker.
•
DPL II-middenlevel/3-kanaals
middenlevel
9
– Volume voor middenluid-
spreker.
•
DPL II-surroundlevel
9, 10
– Niveau voor
de zogeheten Ambient Surround Sound.
Geavanceerde audio-instellingen
Equalizer
11
Er zijn aparte geluidsniveaus voor de verschil-
lende frequentiebanden in te stellen.
1.
Druk op OK/MENU om
Audio-
instellingen
te openen en kies voor
Equalizer.
2. Kies een frequentieband door te draaien
aan TUNE en bevestig uw keuze met OK/
MENU.
3. Pas de audio-instelling aan door te draaien
aan TUNE en bevestig uw keuze met OK/
MENU. Doe hetzelfde voor de andere fre-
quentiebanden die u wenst aan te passen.
4. Druk, wanneer u klaar bent met de audio-
instelling, op EXIT om te bevestigen en
terug te gaan naar de normaalweergave.
Voor algemene informatie over menufuncties
en menusystemen, zie pagina 250 en het
menu-overzicht, zie pagina 254.
Geluidspodium
9
De geluidsweergave is dusdanig in te stellen
dat deze optimaal is voor de bestuurder, voor
de inzittenden voorin of voor de achterpassa-
giers. Als er zowel voor- als achterin passa-
giers zitten wordt de optie beide voorstoelen
geadviseerd. De opties zijn te kiezen onder
Audio-instellingen
Klankpodium.
Voor algemene informatie over menufuncties
en menusystemen, zie pagina 250 en het
menu-overzicht, zie pagina 254.
Geluidssterkte en automatische
volumeregeling
Het audiosysteem zorgt voor compensatie van
hinderlijke rijgeluiden in de passagiersruimte
door het volume aan te passen ten opzichte
van de rijsnelheid. U hebt de keuze uit de alter-
natieven: laag, medium, hoog en uit. Kies een
9
Alleen Premium Sound Multimedia.
10
Alleen wanneer Surround-functie geactiveerd is.
11
Geldt niet voor Performance.










