Operation Manual

07 Tijdens het rijden
Lading vervoeren
07
319
Controleer regelmatig of de lastdragers en
de lading goed vastzitten. Zet de lading
stevig vast met sjorbanden.
Verdeel het gewicht van de lading gelijk-
matig over de lastdragers. Leg de zwaarste
voorwerpen onderop.
Naarmate u meer lading op het dak ver-
voert, vangt de auto meer wind en neemt
het brandstofverbruik toe.
Rijd rustig. Trek bij voorkeur niet te snel op,
rem niet te hard en maak niet te scherpe
bochten.
WAARSCHUWING
Bij het vervoer van lading op het dak ver-
schuift het zwaartepunt en treden er wijzi-
gingen op in de rijeigenschappen van de
auto. Voor informatie over de maximale
dakbelasting, inclusief lastdragers en een
eventuele skibox, zie pagina 402.
Ruggedeelte achterbank omklappen
Om het in- en uitladen van de bagageruimte te
vereenvoudigen kunt u de ruggedeelten van de
achterbank neerklappen, zie pagina 84.
Bagage verankeren
Aan weerszijden in de bagageruimte zitten
meerdere verankeringspunten om bagage aan
vast te zetten. De verankeringspunten zitten op
de vloer en halverwege de zijkanten van de
bagageruimte.
WAARSCHUWING
Harde, scherpe en/of zware voorwerpen die
in de weg liggen of uitsteken kunnen bij een
krachtige remmanoeuvre verwondingen
veroorzaken.
Maak grote en zware voorwerpen altijd vast
met een van de veiligheidsgordels of een
bagageband.
Vloerrails
Bagage vastgezet aan zowel de bovenste als
onderste verankeringspunten.
Op de vloer van de bagageruimte zitten twee
rails met verstelbare verankeringshaken waar-
aan u bagagebanden kunt vastzetten om
bagage in de bagageruimte te verankeren.
BELANGRIJK
Gebruik geen spanbanden met spaninrich-
ting, omdat de verankeringspunten daar-
door kapotgetrokken kunnen worden.
Schoonmaken
Bij vuil en obstakels onder in de vloerrails zijn
de verankeringshaken mogelijk moeilijker te
verzetten, vergrendelen, op te klappen en los
te nemen. Maak de rails dan ook regelmatig