Operation Manual

08 Wielen en banden
Wielen verwisselen
08
346
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
5. Schroef het sleepoog tot aan de aanslag in
de wielsleutel* vast zoals hieronder afge-
beeld.
BELANGRIJK
Het sleepoog dient volledig in de wielsleutel
te worden gedraaid.
6. Draai de wielbouten ½–1 slag linksom los
met de wielsleutel.
WAARSCHUWING
Leg nooit iets tussen de krik en de onder-
grond en evenmin tussen de krik en het krik-
steunpunt van de auto.
7. Er zitten twee kriksteunpunten aan weers-
zijden van de auto. Bij elk steunpunt zit een
uitsparing in de kunststof afdekking. Draai
de voet van de krik met de slinger zo ver
omlaag dat de voet plat tegen de grond
aankomt.
BELANGRIJK
De ondergrond dient vast en egaal te zijn en
niet te hellen.
8. Breng de auto zo ver omhoog dat het wiel
van de grond komt. Verwijder de wielbou-
ten en til het wiel eraf.
Aanbrengen
1. Reinig de contactvlakken tussen het wiel
en de naaf.
2. Breng het wiel aan. Haal de wielbouten
stevig aan.
3. Breng de auto zo ver omlaag dat het wiel
niet meer ongehinderd kan draaien.