Operation Manual
09 Onderhoud en service
Accu
09
378
Locatie accu’s
A: Auto met stuur links. B: Auto met stuur rechts.
1. Startaccu
3
. 2. Hulpaccu.
De hulpaccu vergt doorgaans niet meer service
dan de normale startaccu. Neem bij vragen of
problemen contact op met een werkplaats -
geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk-
plaats.
BELANGRIJK
Bij het negeren van het volgende valt het
Start/Stop-systeem mogelijk tijdelijk uit na
aansluiting van een externe startaccu of
acculader:
•
De minpool van de startaccu in de auto
mag nooit worden gebruikt voor aan-
sluiting van een externe startaccu of
acculader – alleen het autochassis
dient als massapunt te worden gebruikt.
Zie het gedeelte “Starten met hulpaccu”
voor een beschrijving van de locatie van de
kabelklemmen en de manier van aansluiten.
N.B.
Als de startaccu dermate ontladen is dat
alles "zwart" is en alle elektrische stan-
daardsystemen van de auto’s nagenoeg uit-
geschakeld zijn en u de motor vervolgens
start met een externe accu of acculader, zal
het Start/Stop-systeem actief zijn. Auto-
stop van de motor is in dat geval mogelijk,
maar het Start/Stop-systeem kan na auto-
stop van de motor mogelijk geen auto-start
uitvoeren door onvoldoende capaciteit van
de startaccu.
Voor een geslaagde auto-start ná auto-stop
dient de accu eerst te worden opgeladen.
Bij een buitentemperatuur van +15 °C moet
de accu ten minste 1 uur lang worden opge-
laden. Bij lagere buitentemperaturen wordt
een laadduur geadviseerd van 3–4 uur.
Geadviseerd wordt de accu op te laden met
een externe acculader.
Als iets dergelijks niet voorhanden is, wordt
geadviseerd het Start/Stop-systeem uit te
schakelen totdat de startaccu voldoende
bijgeladen is.
Zie voor informatie over het opladen van de
startaccu het gedeelte “Accu” in het hoofd-
stuk “Onderhoud en service”.
3
De startaccu staat uitvoerig beschreven op pagina 375.










