Operation Manual

02 Sloten en alarm
Transpondersleutel/sleutelblad
02
50
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Continu groen licht: de auto is vergrendeld.
Continu oranje licht: de auto is ontgren-
deld.
Continu rood licht: het alarm is afgegaan
na vergrendeling van de auto.
De beide rode controlelampjes lichten
beurtelings rood op: het alarm is minder
dan 5 minuten geleden afgegaan.
Bereik PCC
Het bereik van de PCC voor vergrendeling,
ontgrendeling en bediening van de achterklep
is ca. 20 m rond de auto – voor de overige
functies geldt een maximumbereik van
ca. 100 m.
Als de auto niet reageert bij bediening van een
toets – probeer het dan op minder grote
afstand opnieuw.
N.B.
Er kunnen storingen optreden in de functie
van de informatietoets door radiogolven in
de lucht, omringende gebouwen, topogra-
fische omstandigheden e.d.
Buiten bereik PCC
Als de PCC op dermate grote afstand van de
auto is dat er geen informatie over de auto kan
worden uitgelezen, wordt de laatst bekende
status van de auto weergegeven zonder dat de
lampjes op de PCC om de beurt oplichten.
Als er meerdere PCC’s voor de auto in gebruik
zijn, geeft uitsluitend de PCC waarmee de auto
de laatste keer vergrendeld/ontgrendeld werd
de juiste status aan.
N.B.
Als binnen het bereik van de PCC geen
van de controlelampjes brandt bij het
indrukken van de informatietoets, vertoont
de communicatie tussen de PCC en de auto
mogelijk storingen onder invloed van radio-
golven in de lucht, omringende gebouwen,
topografische omstandigheden e.d.
Afneembaar sleutelblad
De transpondersleutel bevat een afneembaar
metalen sleutelblad waarmee u enkele functies
kunt activeren en bepaalde handelingen kunt
uitvoeren.
De unieke code van de sleutelbladen is bekend
bij de erkende Volvo-werkplaatsen, waar ook
nieuwe sleutelbladen kunnen worden besteld.
Functies sleutelblad
U kunt het afneembare sleutelblad van de
transpondersleutel gebruiken om:
het bestuurdersportier handmatig te ope-
nen, als de centrale vergrendeling niet te
bedienen is vanaf de transpondersleutel,
zie pagina 57.
het mechanische kinderslot op de achter-
portieren te activeren/deactiveren, zie
pagina 65.
de toegang tot het dashboardkastje en de
bagageruimte (Privacy locking*) te blokke-
ren, zie pagina 52.
de airbag voor de voorpassagier
(PACOS)* te activeren/deactiveren, zie
pagina 22.