Operation Manual
02 Sloten en alarm
Keyless drive*
02
58
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
tenspiegels de stand in die ligt opgeslagen in
de PCC van degene die het bestuurdersportier
opent.
Wanneer het bestuurdersportier bijvoorbeeld
werd geopend door persoon A met PCC A,
maar persoon B met PCC B zal gaan rijden, zijn
de instellingen als volgt te wijzigen:
•
Staand naast het bestuurdersportier of zit-
tend achter het stuur drukt persoon B op
de ontgrendelingstoets van zijn PCC, zie
pagina 48.
•
Kies een van de drie mogelijk positiege-
heugens voor de stoel met de stoelknop-
pen 1–3, zie pagina 83.
•
Zet de stoel en de spiegels handmatig in
de juiste stand (zie pagina 83 en 106).
Vergrendelingsinstellingen
De Keyless drive-functie is aan te passen door
in het menusysteem MY CAR aan te geven
welke portieren er ontgrendeld moeten wor-
den; dit onder Auto-instellingen
Slotinstellingen Instappen zonder
sleutel – kies vervolgens uit
Alle deuren
open
, Willekeurige deur, Deuren aan één
kant
en Beide voordeuren.
Voor een beschrijving van het menusysteem,
zie pagina 213.
Locatie antennes
Het Keyless drive-systeem werkt met een aan-
tal antennes die op verschillende locaties inge-
bouwd zijn in de auto:
Achterklep, bij de wissermotor
Portierhandgreep, linksachter
Bagageruimte, in het midden, helemaal
voorin, onder de vloer
Portierhandgreep, rechtsachter
Middenconsole, onder achterstuk
Middenconsole, onder voorstuk.
WAARSCHUWING
Dragers van een pacemaker dienen min-
stens 22 cm afstand te houden tot de anten-
nes van het Keyless drive-systeem. Dit om
eventuele storingen in de pacemaker als
gevolg van het Keyless drive-systeem uit te
sluiten.










