Operation Manual

02 Sloten en alarm
Vergrendelen/ontgrendelen
02
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
61
mede de sensoren in de opening van de ach-
terklep worden buiten werking gesteld.
De portieren blijven vergrendeld en beveiligd.
De achterklep wordt weliswaar ontgren-
deld maar blijft dichtstaan – druk lichtjes
tegen op het met rubber bekleding druk-
plaatje onder de buitenhandgreep en open
de klep.
Als de klep niet binnen 2 minuten na ontgren-
deling wordt geopend, wordt de klep weer ver-
grendeld en het alarm opnieuw geactiveerd.
Van de binnenzijde ontgrendelen
Om de achterklep te ontgrendelen:
Druk op de knop (1) op het verlichtingspa-
neel.
> De klep wordt ontgrendeld en kan bin-
nen 2 minuten worden geopend (als de
auto vanaf de binnenzijde vergrendeld
werd).
Vergrendelen met transpondersleutel
Druk op de toets voor vergrendeling op de
transpondersleutel
, zie pagina 48.
> Bij auto’s met alarm* gaat de alarmindi-
catie op het instrumentenpaneel knip-
peren om aan te geven dat het alarm
geactiveerd is.
Elektrische achterklepbediening*
G017876
N.B.
Let op de dakhoogte bij het gebruik van de
elektrische achterklepbediening. Maak
geen gebruik van de elektrische achterklep-
bediening bij een geringe dakhoogte (zie
onder het kopje “Openingsfunctie achter-
klep onderbreken”).
N.B.
Om oververhitting tegen te gaan wordt
het systeem na langdurig en continu
gebruik automatisch even uitgescha-
keld. Ca. 2 minuten later is het opnieuw
klaar voor gebruik.
Als de startaccu ontladen of losgekop-
peld is geweest, moet de achterklep
eenmaal handmatig worden geopend
en gesloten om het systeem te resetten.
Programmeerbare maximale
openingshoek
Het is mogelijk de maximale openingshoek van
de achterklep te programmeren. Dit is bijvoor-
beeld handig in een garage met een beperkte
dakhoogte. Doe het volgende:
Open de klep handmatig, houd deze in de
gewenste stand vast, druk lang (minstens
3 seconden) op de knop op de achterklep