Operation Manual
03 Bestuurdersmilieu
Instrumenten, schakelaars en bediening
03
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
77
WAARSCHUWING
Als de remvloeistof onder het MIN-streepje
van het reservoir staat, mag u niet verder
rijden voordat u remvloeistof hebt bijgevuld.
Laat de oorzaak van het remvloeistofverlies
controleren door een werkplaats. Volvo
adviseert dat u daarvoor contact opneemt
met een erkende Volvo-werkplaats.
WAARSCHUWING
Als de waarschuwingssymbolen voor het
remsysteem en ABS tegelijkertijd branden,
bestaat het gevaar dat de achtertrein bij
krachtig remmen gaat slippen.
Waarschuwing
Het rode waarschuwingslampje gaat branden,
wanneer er een storing is geregistreerd die van
invloed kan zijn op de veiligheid en/of de rijei-
genschappen van de auto. Er verschijnt tege-
lijkertijd een verklarende melding op het infor-
matiedisplay. Het waarschuwingslampje blijft
branden totdat de storing is verholpen, maar
de melding kunt u verwijderen met de knop
OK, zie pagina 210. Het waarschuwings-
lampje kan ook gaan branden in combinatie
met andere lampjes.
Actie:
1. Stop zo spoedig mogelijk. Rijd niet verder
met de auto.
2. Lees de informatie op het informatiedis-
play. Voer de handeling uit die de melding
op het display u voorschrijft. Wis de mel-
ding met de knop OK.
Waarschuwing, portieren niet gesloten
Als een van de portieren, de motorkap
2
of de
achterklep niet goed afgesloten is, gaat het
informatie- of waarschuwingslampje branden
en verschijnt er een verklarende melding op het
instrumentenpaneel. Breng de auto zo spoedig
mogelijk tot stilstand en sluit het portier, het
kofferdeksel of de motorkap dat/die open is.
Als de auto met een snelheid van maxi-
maal 7 km/h rijdt, gaat het informatie-
lampje branden.
Als de auto met een snelheid van maxi-
maal 7 km/h rijdt, gaat het waarschu-
wingslampje branden.
Dagtellers
Dagteller en bedieningsknop.
Display voor dagtellers
Knop om te wisselen tussen de dagtellers
T1 en T2 alsook de dagtellers op nul te
stellen
De dagtellers worden gebruikt om korte afstan-
den te meten. De afgelegde afstand staat op
het display.
Door kort op de knop te drukken kunt u van
dagteller (
T1 en T2) wisselen. Door lang indruk-
ken (2 seconden) stelt u de getoonde dagteller
op nul.
2
Alleen auto’s met alarm*.










