Operation Manual
03 Bestuurdersmilieu
Verlichting
03
``
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
93
Auto-instellingen Lichtinstellingen
Act. bochtverlichting. Voor een beschrijving
van het menusysteem, zie pagina 214.
U kunt de functie
5
deactiveren/activeren in het
menusysteem MY CAR onder My XC70
Act. bochtverlichting of onder Instellingen
Auto-instellingen Lichtinstellingen
Act. bochtverlichting. Voor een beschrijving
van het menusysteem, zie pagina 214.
Voor het aanpassen van de lichtbundel, zie
pagina 97.
Verstralers*
Als de auto beschikt over verstralers, kunt u in
het menusysteem MY CAR selecteren of deze
gedeactiveerd moeten worden of aan/uit moe-
ten gaan in combinatie met het groot licht
6
, zie
pagina 215.
Stadslichten vóór en achterlichten
G021144
Verlichtingsdraaiknop in stand voor stads-/par-
keerlichten vóór en achterlichten.
Draai de verlichtingsdraaiknop naar de stand
voor stads-/parkeerlichten (plus kenteken-
plaatverlichting).
Als het buiten donker is en de achterklep wordt
geopend, gaan de achterlichten branden om
achteropkomend verkeer te waarschuwen. Dit
gebeurt altijd, ongeacht de stand van de ver-
lichtingsdraaiknop of de sleutelstand van het
elektrische systeem van de auto.
Remlichten
De remlichten gaan automatisch branden wan-
neer u remt. Voor informatie over de noodrem-
lichten en de automatische alarmlichten, zie
pagina 140.
Mistlampen voorzijde
G021145
Knop voor mistlampen voorzijde.
De mistlampen vóór* zijn in te schakelen in
combinatie met het groot licht/dimlicht of de
stadslichten/parkeerlichten vóór en de achter-
lichten.
Druk op de knop voor in- en uitschakeling. Het
lampje in de knop brandt, wanneer de mist-
lampen aan de voorzijde branden.
5
Geactiveerd bij levering vanuit de fabriek.
6
Verstralers moeten op het elektrische systeem worden aangesloten door een werkplaats. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.










