Operation Manual
03 Bestuurdersmilieu
Verlichting
03
96
Make-upspiegel
De verlichting van de make-upspiegel, zie
pagina 242, wordt bij het openen en sluiten
van het klepje in- en uitgeschakeld.
Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting wordt bij het ope-
nen en sluiten van de achterklep automatisch
in- en uitgeschakeld.
Automatische verlichting
Met de knop voor de interieurverlichting kunt u
drie verlichtingsstanden selecteren:
•
Uit – rechterkant ingedrukt, automatische
interieurverlichting gedeactiveerd.
•
Neutrale stand – automatische verlichting
geactiveerd.
•
Aan – linkerkant ingedrukt, interieurverlich-
ting brandt.
Neutrale stand
Met de knop in de neutrale stand wordt de
interieurverlichting als volgt automatisch in- en
uitgeschakeld.
De interieurverlichting wordt ingeschakeld en
blijft 30 seconden lang branden, als:
•
u de auto met de afstandsbediening ont-
grendelt (zie pagina 48 of 51)
•
de motor is afgezet en het elektrische sys-
teem van de auto in 0 staat.
De interieurverlichting dooft, wanneer:
•
u de motor start
•
de auto wordt vergrendeld.
De interieurverlichting gaat aan en blijft twee
minuten lang branden, wanneer een van de
portieren openstaat.
Als u een bepaalde verlichtingsfunctie hand-
matig inschakelt, zal deze na twee minuten
automatisch worden uitgeschakeld.
Sfeerverlichting
Als de reguliere interieurverlichting is uitge-
gaan en de motor draait, branden er enkele
leds, o.a. een bij de plafondverlichting om een
zwak licht te geven en de sfeer tijdens de rit te
verbeteren. Deze verlichting gaat even na de
reguliere interieurverlichting uit als de auto
wordt vergrendeld.
‘Follow Me Home’-verlichting
Het is mogelijk om een deel van de buitenver-
lichting enige tijd ingeschakeld te houden en
als ‘Follow Me Home’-verlichting dienst te
laten doen na vergrendeling van de auto.
1. Neem de transpondersleutel uit het con-
tactslot.
2. Haal de linker stuurhendel tot in de eind-
stand naar het stuurwiel toe en laat de hen-
del los. De functie is op dezelfde manier te
activeren als de grootlichtsignalen, zie
pagina 89.
3. Stap uit de auto en vergrendel het portier.
Wanneer de functie wordt geactiveerd, gaan
de dimlichten, de parkeerlichten, de richting-
aanwijzers, de verlichting van de buitenspie-
gels, de kentekenplaatverlichting, de plafond-
lampjes in het interieur en de instapverlichting
branden.
De duur van de ‘Follow Me Home’-verlichting
kan worden ingesteld in het menusysteem
MY CAR onder Instellingen
Auto-
instellingen
Lichtinstellingen
Tijdsduur 'follow me home'-verl.. Voor een
beschrijving van het menusysteem, zie
pagina 214.
‘Approach’-verlichting
U activeert de ‘Approach’-verlichting met de
transpondersleutel, zie pagina 48, om de ver-
lichting van de auto op afstand in te schakelen.
Wanneer de functie met de afstandsbediening
wordt geactiveerd, gaan de parkeerlichten, de
verlichting van de buitenspiegels, de kente-
kenplaatverlichting, de plafondlampjes in het
interieur en de instapverlichting branden.
De duur van de ‘Approach’-verlichting kan
worden ingesteld in het menusysteem










