Operation Manual
DISPLAYS EN STEMBEDIENING
121
Afhankelijk van het aantal functies kunt u ook
omlaagbladeren in het scherm. U doet dat door
van onder naar boven te vegen/slepen.
In tegenstelling tot het appscherm waar bij een
druk op een app de bijbehorende app wordt
geopend, wordt bij een druk op een functieknop
in het functiescherm alleen de desbetreffende
functie geactiveerd of gedeactiveerd. Bepaalde
functies, de triggerfuncties, openen door erop te
drukken in een eigen venster.
Ga terug naar het homescherm door van rechts
naar links
6
over het display te vegen of door op
de homeknop te drukken.
Gerelateerde informatie
•
Deelschermen op middendisplay hanteren
(p. 122)
•
Symbolen op de statusbalk van het midden-
display (p. 127)
•
Instellingen openen op middendisplay
(p. 136)
•
Contextuele instellingen openen op het mid-
dendisplay (p. 137)
•
Gebruikershandleiding op middendisplay
(p. 19)
•
Bestuurdersprofielen (p. 141)
•
Klimaatregelingsbediening (p. 217)
•
Apps (p. 522)
•
Functiescherm op het middendisplay
(p. 125)
•
Overzicht van het middendisplay (p. 112)
6
Geldt voor een auto met het stuur links. Voor een auto met het stuur rechts: veeg in tegengestelde richting.