Operation Manual
13
WIELEN EN BANDEN
Banden
576
Maataanduiding voor banden
578
Maataanduiding voor wielen
579
De draairichting van de banden.
579
Slijtage-indicator van banden
580
Bandenspanning controleren
580
Bandenspanning aanpassen
581
Aanbevolen bandenspanning
582
Bandenspanningscontrolesysteem*
583
Bandenspanningscontrolesysteem
kalibreren*
584
Bandenspanningsstatus op het mid-
dendisplay* bekijken
586
Maatregel bij een waarschuwing voor
een lage bandenspanning
587
Bij het verwisselen van wielen
588
Gereedschapsset
588
Krik*
589
Wielbouten
589
Wielen demonteren
590
Wiel monteren
592
Reservewiel*
593
Reservewiel tevoorschijn halen
594
Winterwielen
595
Sneeuwkettingen
595
Noodreparatieset voor banden
596
Noodreparatieset voor banden gebruiken
597
Band oppompen met compressor uit
reparatieset voor banden
601
LAADMOGELIJKHEDEN,
OPBERGMOGELIJKHEDEN EN
INTERIEUR
Auto-interieur
604
Tunnelconsole
605
Stroomaansluitingen
606
Elektrische aansluitingen gebruiken
608
Dashboardkastje gebruiken
610
Zonnekleppen
611
Bagageruimte
611
Adviezen voor het vervoer van bagage
611
Lading vervoeren op het dak en op
lastdragers
613
Draagtashouders
613
Verankeringsogen
614
Bagagerolhoes* monteren en
demonteren
614
Bagagerolhoes hanteren*
615
Veiligheidsrek* monteren en demonteren
617
Bagagenet monteren en demonteren*
619
EHBO-set
621
Gevarendriehoek
621