Operation Manual
||
VERLICHTING
* Optie/accessoire.
168
tevens fijn af te stemmen met het duimwiel op
het instrumentenpaneel.
Sfeerverlichting*
De auto is uitgerust met een aantal leds waar-
mee de kleur van de verlichting te veranderen is.
Deze verlichting brandt, wanneer de auto is inge-
schakeld. De sterkte van de sfeerverlichting is
aan te passen op het middendisplay en tevens
fijn af te stellen met het duimwiel op het dash-
board.
Verlichting in portiervakken
De verlichting in de opbergvakken van portieren
gaat branden bij het openen van de portieren en
dooft bij het vergrendelen van de auto. De licht-
sterkte is fijn af te stellen met behulp van het
duimwiel op het dashboard.
Verlichting van bekerhouder voor in
tunnelconsole
De verlichting van de bekerhouder voorin gaat
branden bij ontgrendeling van de auto en dooft
bij vergrendeling. De lichtsterkte is fijn af te stel-
len met behulp van het duimwiel op het dash-
board.
Gerelateerde informatie
•
Interieurverlichting aanpassen (p. 168)
•
Verlichtingsbediening (p. 156)
•
Contactslotstanden (p. 454)
•
Auto-interieur (p. 604)
Interieurverlichting aanpassen
Afhankelijk van de contactslotstand gaat de inte-
rieurverlichting op een bepaalde manier bran-
den. De verlichting in het interieur is aan te pas-
sen met een duimwiel op het dashboard en
bepaalde verlichtingsfuncties zijn ook via het
middendisplay aan te passen.
Met het duimwiel op het instru-
mentenpaneel bij het stuurwiel
regelt u de sterkte van de dis-
playverlichting, de verlichting
van de bedieningselementen,
de omringende sierverlichting
en de sfeerverlichting*
Omringende sierverlichting aanpassen
1.
Druk op
Instellingen in het hoofdscherm op
het middendisplay.
2. Druk op
My Car Lampen en verlichting
Interieurverlichting.
3. Kies uit de volgende instellingen:
•
Kies onder
Intensiteit omgevingslicht
uit Uit, Laag en Hoog.
•
Kies onder
Niveau omgevingslicht uit
Verm. en Vol.
Sfeerverlichting aanpassen*
De auto is uitgerust met een aantal leds waar-
mee de kleur van de verlichting te veranderen is.
Deze verlichting brandt, wanneer de auto is inge-
schakeld.
Verlichtingssterkte wijzigen
1.
Druk op
Instellingen in het hoofdscherm op
het middendisplay.
2. Druk op
My Car Lampen en verlichting
Interieurverlichting
Stemmingsverlichting interieur.
3.
Kies onder
Intensiteit sfeerverlichting uit
Uit, Laag en Hoog.
Verlichtingskleur wijzigen
1.
Druk op
Instellingen in het hoofdscherm op
het middendisplay.
2. Druk op
My Car Lampen en verlichting
Interieurverlichting
Stemmingsverlichting interieur.
3.
Kies uit
Op temperatuur en Op kleur om
de kleur van de verlichting te wijzigen.
Bij de keuze
Op temperatuur verandert de
verlichting afhankelijk van de ingestelde inte-
rieurtemperatuur.
Bij de keuze
Op kleur kan de subcategorie
Themakleuren worden gebruikt voor ver-
dere aanpassing.
Gerelateerde informatie
•
Interieurverlichting (p. 166)
•
Verlichtingsfuncties aanpassen via het mid-
dendisplay (p. 157)
•
Contactslotstanden (p. 454)