Operation Manual

KLIMAAT
* Optie/accessoire.
219
Parkeerklimaat
Op het tabblad Parkeerverwarming is het par-
keerklimaat van de auto te regelen.
Klimaatregelingsbediening achter op
de tunnelconsole
Bediening voor elektrische achterbankver-
warming*.
Ventilatorbediening voor achterin.
Temperatuurregeling voor achterin.
Knop voor vergrendeling/ontgrendeling van
het klimaatpaneel.
Het klimaatpaneel is voorzien van een schermver-
grendeling om onbedoelde wijziging van ventila-
torstand en temperatuur tegen te gaan. Bij een
vergrendeld scherm verschijnen alleen de stoel-
bediening* en de knop voor schermontgrende-
ling.
Na ontgrendeling zijn vanuit het klimaatpaneel
ook de ventilatorstand en temperatuur te wijzigen
en verschijnen alle gekozen klimaatinstellingen.
Het scherm wordt automatisch vergrendeld na
enige tijd van inactiviteit.
Gerelateerde informatie
Klimaatregeling (p. 206)
Elektrische voorstoelverwarming* activeren
en deactiveren (p. 220)
Elektrische stoelverwarming achter* active-
ren en deactiveren (p. 221)
Stoelventilatie voor* activeren en deactiveren
(p. 222)
Elektrische stuurverwarming* activeren en
deactiveren (p. 222)
Automatische klimaatregeling activeren
(p. 223)
Luchtrecirculatie activeren en deactiveren
(p. 224)
Maximale ontwaseming activeren en deacti-
veren (p. 225)
Elektrische voorruitverwarming* activeren en
deactiveren (p. 226)
Elektrische achterruit- en buitenspiegelver-
warming activeren en deactiveren (p. 228)
Ventilatorstand voorin regelen (p. 229)
Ventilatorstand achterin regelen (p. 230)
Temperatuur synchroniseren (p. 233)
Airconditioning activeren en deactiveren
(p. 233)
Klimaat derde zitrij* activeren en deactiveren
(p. 234)