Operation Manual

KLIMAAT
232
Temperatuur achterin regelen
De temperatuur voor de klimaatzones achterin is
in te stellen op het gewenste aantal graden.
Temperatuur achterin regelen vanaf
voorstoelen
Temperatuurknoppen op tabblad Klimaat achter op kli-
maatscherm.
1. Open het klimaatscherm op het middendis-
play en kies het tabblad
Klimaat achter.
2. Druk op de temperatuurknop voor de linker
of rechter zone om de regeling te openen.
Temperatuurregeling.
3. Regel de temperatuur door:
de bediening naar de gewenste tempera-
tuur te slepen
op
+/ te drukken om de temperatuur in
stapjes te verhogen/verlagen.
> De temperatuur wordt aangepast, waarna
de knop de ingestelde temperatuur aan-
geeft.
Temperatuur achterin regelen vanaf
achterstoelen
1. Druk op de ontgrendelingsknop op het kli-
maatpaneel van de tunnelconsole om toe-
gang te krijgen tot de bediening.
Temperatuurregeling op klimaatpaneel achter op tunnel-
console.
2.
Druk op de
</>-knoppen voor de linker of
rechter zone om de temperatuur in stapjes te
verhogen of te verlagen.
> De temperatuur wordt aangepast, waarna
het scherm van het klimaatpaneel de
ingestelde temperatuur aangeeft.
N.B.
Het is niet mogelijk om het opwarmen/afkoe-
len te versnellen door een hogere/lagere
temperatuur te kiezen dan die eigenlijk
gewenst is.
Gerelateerde informatie
Klimaatregelingsbediening (p. 217)