Operation Manual

KLIMAAT
}}
233
Temperatuur synchroniseren
De temperatuur in de verschillende klimaatzones
van de auto is te synchroniseren met de inge-
stelde temperatuur voor de bestuurderszijde.
Synchronisatieknop op temperatuurregeling bestuur-
derszone.
1. Druk op de temperatuurknop voor de
bestuurderszone in het klimaatveld op het
middendisplay om de regeling te openen.
2.
Druk op
Temperatuur synchroniseren .
> De temperatuurinstelling voor alle klimaat-
zones van de auto wordt gesynchroni-
seerd met de ingestelde temperatuur voor
de bestuurderszone en naast de tempera-
tuurknop staat het synchronisatiesymbool.
De synchronisatie stopt wanneer u nogmaals op
Temperatuur synchroniseren drukt of wan-
neer u de temperatuurinstelling in een andere kli-
maatzone dan de bestuurderszone wijzigt.
Gerelateerde informatie
Klimaatregelingsbediening (p. 217)
Airconditioning activeren en
deactiveren
De airconditioning koelt en droogt zo nodig de
binnenkomende lucht.
Airconditioningknop op klimaatscherm.
1. Open het klimaatscherm op het middendis-
play.
2.
Druk op
AC.
> De airconditioning wordt geactiveerd/
gedeactiveerd en de knop gaat branden/
dooft.
Bij een actieve airconditioning bepaalt de
klimaatregeling op basis van de behoefte
automatisch de tijdstippen voor in- en uit-
schakeling.