Operation Manual

||
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
* Optie/accessoire.
280
2. Voer de code in die na vergrendeling moet
worden gebruikt om het dashboardkastje en
de achterklep te ontgrendelen en druk op
Bevestig.
> Het dashboardkastje en de achterklep
worden vergrendeld. De vergrendeling
wordt bevestigd met een groene indicatie
bij de knop in het functiescherm.
Privacy locking deactiveren
1. Tik op de knop Privacy locking in het functie-
scherm.
> Er verschijnt een pop-upvenster.
2. Geef de ingestelde ontgrendelingscode aan
en druk op
Bevestig.
> Het dashboardkastje en de achterklep
worden ontgrendeld. De ontgrendeling
wordt bevestigd doordat de groene indi-
catie bij de knop in het functiescherm
dooft.
N.B.
Als u de pincode kwijt bent of tijdelijk niet
meer weet of als u meer dan driemaal achter-
een de verkeerde pincode hebt ingevoerd,
kunt u de beveiligingscode gebruiken voor
deactivering van de Privacy locking.
N.B.
Als Privacy locking is geactiveerd en de auto
wordt ontgrendeld via Volvo On Call* of de
Volvo On Call*-app, wordt de Privacy locking
automatisch gedeactiveerd.
Gerelateerde informatie
Privacy locking (p. 279)
Alarm*
Het alarm waarschuwt met akoestische en visu-
ele signalen als iemand zonder een geldige
transpondersleutel inbreekt in de auto of de star-
taccu of de alarmsirene manipuleert.
Een geactiveerd alarmsysteem gaat af als:
een portier, de motorkap of de achterklep
wordt geopend
18
er beweging in de passagiersruimte wordt
waargenomen (als er een bewegingsmelder*
aanwezig is)
de auto wordt opgetakeld of weggesleept
(op auto's met een hellingssensor*)
een kabel van de startaccu wordt losgekop-
peld
de sirene wordt losgekoppeld.
Alarmsignalen
Wanneer het alarm afgaat, gebeurt het volgende:
Er klinkt een sirene, totdat u het alarm uit-
schakelt. Bij inactiviteit gaat de sirene na
30 seconden automatisch uit.
Alle richtingaanwijzers knipperen totdat u het
alarm uitschakelt. Bij inactiviteit gaan ze na
vijf minuten automatisch uit.
18
Geldt voor bepaalde markten.