Operation Manual

||
BESTUURDERSONDERSTEUNING
296
U wijzigt de opgeslagen snelheid door kort of
lang op de stuurknop
(1) of (3) te
drukken:
Kort drukken: Iedere keer dat u de knop
indrukt past u de snelheid aan in stappen
van +/- 5 km/h (+/- 5 mph).
Knop indrukken en vasthouden: Laat de
knop los als de snelheidsindicator (4) de
gewenste snelheid aangeeft.
De laatst verrichte aanpassing met de knop
wordt in het geheugen opgeslagen.
Gerelateerde informatie
Snelheidsbegrenzer (p. 294)
Snelheidsbegrenzer deactiveren en
stand-by zetten
De snelheidsbegrenzer (SL
15
) is tijdelijk te deac-
tiveren en stand-by te zetten.
NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het
model zijn afwijkingen mogelijk.
Om de snelheidsbegrenzer te deactiveren en
stand-by te zetten:
Druk op de stuurknop (2).
> De snelheidsbegrenzermarkeringen en -
symbolen op het bestuurdersdisplay ver-
kleuren van WIT in GRIJS. De snelheids-
begrenzer is daarmee tijdelijk gedeacti-
veerd, zodat u de ingestelde maximum-
snelheid kunt overschrijden.
Tijdelijk deactiveren met het gaspedaal
De ingestelde maximumsnelheid is tijdelijk te
deactiveren en te overschrijden met het gaspe-
daal zonder dat de snelheidsbegrenzer daarvoor
eerst stand-by moet worden gezet - om bijvoor-
beeld snel te kunnen optrekken.
Doe in dat geval het volgende:
1. Trap het gaspedaal helemaal in en laat het
pedaal weer los bij het bereiken van de
gewenste snelheid om de acceleratie te
beëindigen.
> De snelheidsbegrenzer is in dat geval nog
steeds geactiveerd, zodat het symbool op
het bestuurdersdisplay WIT van kleur is.
2. Haal uw voet van het gaspedaal, wanneer de
tijdelijke acceleratie voltooid is.
> De auto wordt vervolgens automatisch
afgeremd tot een snelheid onder de laatst
opgeslagen maximumsnelheid.
Gerelateerde informatie
Snelheidsbegrenzer (p. 294)
14
Speed Limiter
15
Speed Limiter