Operation Manual

BESTUURDERSONDERSTEUNING
300
Automatische snelheidsbegrenzer
activeren/deactiveren
Als aanvulling op de snelheidsbegrenzer (SL
21
)
is de automatische snelheidsbegrenzer (ASL
22
)
te activeren en deactiveren.
ASL activeren
De knop Hulp max. snelheid
staat op het functiescherm van
het middendisplay.
Om de automatische snelheidsbegrenzer te acti-
veren:
1.
Druk op de knop
Hulp max. snelheid.
> ASL wordt stand-by gezet, het groene
lampje in de knop brandt en op het
bestuurdersdisplay verschijnt een bord-
symbool in het midden van de snelheids-
meter.
2.
Druk op de stuurknop
.
> ASL wordt met de actuele rijsnelheid
geactiveerd.
N.B.
Als de automatische snelheidsbegrenzer
geactiveerd is, verschijnt verkeersbordin-
formatie op het bestuurdersdisplay, ook al
is RSI niet ingeschakeld.
Om de verkeersbordinformatie van het
bestuurdersdisplay te halen moet u
zowel de automatische snelheidsbegren-
zer als de RSI deactiveren.
Wanneer de automatische snelheidsbe-
grenzer geactiveerd en de RSI gedeacti-
veerd is, geeft de RSI geen waarschuwin-
gen. In dat geval zijn de instellingen voor
de RSI evenmin aan te passen; om de
instellingen te kunnen aanpassen en
waarschuwingen te kunnen krijgen moet
u de RSI activeren.
ASL deactiveren
Om de automatische snelheidsbegrenzer te
deactiveren:
Druk op de knop Hulp maximum snelheid
op het functiescherm.
> ASL wordt uitgeschakeld en de kleur van
de indicatie op de knop verandert in
GRIJS - SL wordt in plaats daarvan geac-
tiveerd.
WAARSCHUWING
De auto volgt niet langer de op de borden
aangegeven maximumsnelheid na het wisse-
len van ASL naar SL - de auto volgt dan
alleen de in het geheugen opgeslagen maxi-
mumsnelheid.
Gerelateerde informatie
Snelheidsbegrenzer (p. 294)
21
Speed Limiter
22
Automatic Speed Limiter