Operation Manual

BESTUURDERSONDERSTEUNING
* Optie/accessoire.
302
Cruisecontrol
De cruisecontrol (CC
26
) helpt u een gelijkmatige
snelheid aan te houden, wat zorgt voor een com-
fortabeler rijervaring tijdens lange ritten op snel-
wegen en lange, rechte hoofdwegen met een
gelijkmatige doorstroom.
Overzicht
Knoppen en symbolen voor desbetreffende functies
27
.
: Activeert de cruisecontrol vanuit de
stand-bystand en hervat de opgeslagen snel-
heid
: Verhoogt de opgeslagen snelheid
: Vanuit de stand-bystand - activeert
de cruisecontrol en slaat de actuele snelheid
op
: Vanuit de actieve stand - deactiveert
de cruisecontrol/zet deze stand-by
: Verlaagt de opgeslagen snelheid
Aanduiding voor opgeslagen snelheid
Actuele rijsnelheid
Opgeslagen snelheid
N.B.
Bij een auto met adaptieve cruisecontrol*
kunt u wisselen tussen cruisecontrol en adap-
tieve cruisecontrol – zie de rubriek "Wisselen
tussen CC en ACC".
WAARSCHUWING
De cruisecontrol is een systeem voor
aanvullende bestuurdersondersteuning
om de bestuurder te ontlasten, maar het
systeem werkt niet in alle verkeers-,
weers- en wegomstandigheden.
U wordt geadviseerd om alle paragrafen
over het systeem in de gebruikershandlei-
ding door te nemen en bijvoorbeeld te
lezen over de beperkingen die u moet
kennen voordat u het systeem gebruikt
(zie de lijst met links aan het einde van dit
artikel).
De cruisecontrol ontslaat u niet van de
plicht om alert en adequaat te reageren,
zodat u de auto altijd op een veilige
manier moet blijven besturen, met inacht-
neming van een passende snelheid en
geschikte afstand tot andere weggebrui-
kers en met respect voor de geldende
verkeersregels en -bepalingen.
Gerelateerde informatie
Cruisecontrol activeren en starten (p. 303)
Snelheidsfuncties voor cruisecontrol (p. 304)
Snelheidsbegrenzer deactiveren en stand-by
zetten (p. 305)
25
Road Sign Information - RSI
26
Cruise Control
27
NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het model zijn afwijkingen mogelijk.