Operation Manual

BESTUURDERSONDERSTEUNING
* Optie/accessoire.
324
Beperkingen van adaptieve
cruisecontrol
De adaptieve cruisecontrol (ACC
59
) kent moge-
lijk beperkingen in bepaalde situaties.
Steile wegen en/of zware belading
Let erop dat de adaptieve cruisecontrol in eerste
instantie bestemd is voor gebruik tijdens ritten op
vlakke weggedeelten. Het systeem heeft mogelijk
moeite om de juiste afstand ten opzichte van
voorliggers aan te houden bij ritten op steile aflo-
pende wegen – blijf dan extra alert en rem zo
nodig zelf.
Maak geen gebruik van de adaptieve cruise-
control, als de auto zwaar beladen is of wan-
neer er een aanhangwagen achter de auto
hangt.
Overig
Rijmodus
Off Road kan niet worden geko-
zen als de adaptieve cruisecontrol is geacti-
veerd.
N.B.
Het systeem maakt gebruik van de camera-
eenheid van de auto, die een aantal alge-
mene beperkingen heeft, zie hoofdstuk
'Beperkingen van de camera-eenheid'.
N.B.
De functie maakt gebruik van de radareen-
heid van de auto, die een aantal algemene
beperkingen heeft, zie het artikel "Beperkin-
gen van de radareenheid".
Gerelateerde informatie
Adaptieve cruisecontrol* (p. 312)
Wisselen tussen cruisecontrol en
adaptieve cruisecontrol
Bij een auto met adaptieve cruisecontrol
(ACC
60
) kunt u wisselen tussen cruisecontrol
(CC
61
) en ACC.
Het symbool op het bestuurdersdisplay geeft aan
welke cruisecontrol actief is:
CC ACC
A A
Cruisecontrol Adaptieve cruisecontrol
A
WIT symbool: De functie is actief, GRIJS symbool: Stand-by zet-
ten
Overschakelen van ACC op CC
U doet dat als volgt:
1. Zet de adaptieve cruisecontrol stand-by met
de stuurknop
.
59
Adaptive Cruise Control
60
Adaptive Cruise Control
61
Cruise Control