Operation Manual
||
BESTUURDERSONDERSTEUNING
360
N.B.
Als City Safety remt, gaan de remlichten bran-
den.
Wanneer City Safety ingrijpt en remt, verschijnt
op het bestuurdersdisplay de melding dat het
systeem actief is/was.
WAARSCHUWING
Pas uw rijstijl niet aan op grond van City
Safety en ga er niet blindelings van uit dat
City Safety voor u remt.
Gerelateerde informatie
•
City Safety™ (p. 357)
Waarschuwingsafstand instellen
voor City Safety
City Safety mag dan altijd geactiveerd zijn, u
kunt wel een waarschuwingsafstand kiezen.
N.B.
City Safety is niet uit te schakelen, maar
wordt bij het starten van de motor/elektrische
aandrijving automatisch geactiveerd en blijft
vervolgens actief tot u de motor/elektrische
aandrijving uitschakelt.
De waarschuwingsafstand bepaalt de gevoelig-
heid van het systeem en de afstand waarbij de
licht- en geluidssignalen en de rempedaaltrillin-
gen moeten worden gegeven.
Om een waarschuwingsafstand te kiezen:
1. Kies
Instellingen My Car IntelliSafe
in het hoofdscherm van het middendisplay.
2.
Kies onder
Waarschuwing City Safety voor
Laat, Normaal of Vroeg voor het instellen
van de gewenste waarschuwingsafstand.
Als de instelling
Vroeg te vaak tot waarschuwin-
gen leidt (wat in bepaalde situaties als hinderlijk
kan worden ervaren), kunt u de waarschuwingsaf-
stand
Normaal of Laat kiezen.
Wanneer u vindt dat er te vaak wordt gewaar-
schuwd en de signalen als storend ervaart, kunt u
de waarschuwingsafstand verkleinen zodat City
Safety niet alleen minder vaak waarschuwt, maar
ook minder snel.
Gebruik waarschuwingsafstand
Laat daarom
alleen in uitzonderingsgevallen, zoals bij sportief
rijden.