Operation Manual
||
HYBRIDE-INFORMATIE
438
BELANGRIJK
Plaats de afdekking van de laadaansluiting zo
dat deze de lak niet beschadigt (bijvoorbeeld
als het hard waait).
Sluit de klep van de laadaansluiting in omge-
keerde volgorde.
N.B.
Omdat de klep vergrendeld is tijdens het rij-
den, moet u de auto weer ontgrendelen om
de klep te kunnen openen.
Gerelateerde informatie
•
Oplading van hybride-accu starten (p. 438)
•
Oplading van hybride-accu beëindigen
(p. 446)
•
Hybride-accu opladen (p. 431)
Oplading van hybride-accu starten
De hybride-accu van de auto is op te laden met
een laadkabel tussen de auto een 230V-stop-
contact
5
(wisselstroom).
Gebruik alleen de laadkabel die bij de auto werd
geleverd of een door Volvo geadviseerde vervan-
gende kabel.
BELANGRIJK
Sluit de laadkabel nooit aan bij gevaar voor
onweer of blikseminslag.
N.B.
Volvo adviseert een laadkabel volgens IEC
62196 en IEC 61851 die temperatuurbewa-
king ondersteunt.
WAARSCHUWING
•
Het opladen van de hybride-accu mag
alleen gebeuren met de toelaatbare maxi-
mumlaadstroom of lager conform de
lokale en landelijke aanbevelingen voor
het opladen van hybridevoertuigen via
een 230V-contact/stekker (wisselspan-
ning).
•
Het opladen van de hybride-accu mag
alleen gebeuren via goedgekeurde en
met randaarde beveiligde 230V-contac-
ten
6
of via laadstations met een door
Volvo beschikbaar gestelde losse laadka-
bel (mode 3).
•
De aardlekschakelaar van de regeleen-
heid beschermt de auto, maar toch
bestaat het gevaar dat het 230V-net
overbelast raakt.
•
Gebruik geen stopcontacten die zichtbare
slijtage of schade vertonen, omdat het
gebruik ervan aanleiding kan geven tot
brand en/of letsel.
•
Gebruik nooit een verlengkabel.
•
Gebruik nooit een adapter.
5
De spanning op het stopcontact kan per markt verschillen.
6
Of gelijkwaardige contacten met een andere spanning, afhankelijk van de markt.