Operation Manual
STARTEN EN RIJDEN
462
Parkeerrem activeren en
deactiveren
Gebruik de parkeerrem om te voorkomen dat
een stilstaande auto kan wegrollen.
Parkeerrem activeren
1. Trek de knop omhoog.
> Het symbool op het bestuurdersdisplay
gaat branden wanneer de parkeerrem is
geactiveerd.
2. Controleer of de auto daadwerkelijk stilstaat.
Symbool op bestuurdersdisplay
Symbool Betekenis
Het symbool brandt wanneer de
parkeerrem is geactiveerd.
Als het symbool knippert, betekent
dit dat er ergens een storing is
opgetreden. Lees de melding op
het bestuurdersdisplay.
Automatische activering
De parkeerrem wordt automatisch geactiveerd:
•
als de functie Auto Hold (automatische rem
bij stilstand) is geactiveerd en de auto enige
tijd (5–10 minuten) stilgestaan heeft.
•
wanneer u schakelstand P kiest op een steile
helling.
•
wanneer u de auto hebt uitgeschakeld en de
instelling voor automatische activering van de
parkeerrem geactiveerd is op het middendis-
play.
Noodrem
In noodgevallen kunt u de parkeerrem ook tijdens
het rijden activeren door de knop uit te trekken
en vast te houden. Bij het loslaten van de hand-
greep of het bedienen van het gaspedaal wordt
de rem uitgeschakeld.
N.B.
Bij activeren van de noodrem bij hogere snel-
heden klinkt er tijdens het remmen een sig-
naal.
Parkeerrem deactiveren
Handmatig deactiveren
1. Trap het rempedaal stevig in.
2. Druk de knop in.
> De parkeerrem wordt gelost en het sym-
bool op het bestuurdersdisplay dooft.