Operation Manual

STARTEN EN RIJDEN
}}
493
BELANGRIJK
Bepaalde auto-onderdelen (zoals motor, ver-
snellingsbak, aandrijving of elektrische com-
ponenten) raken mogelijk beschadigd bij het
doorwaden op plekken waar het water hoger
staat dan de autovloer. Schade aan een com-
ponent veroorzaakt door overstroming, hydro-
statische vergrendeling of oliegebrek valt niet
onder de garantie.
Probeer bij een motorstop in water niet
opnieuw te starten. Berg in plaats daarvan de
auto uit het water en vervoer deze met een
bergingsauto naar een werkplaats. Wij advise-
ren een erkende Volvo-werkplaats.
Trap na het passeren van de waterpartij lichtjes
op het rempedaal om te controleren of de rem-
werking in orde is. Bij water en vuil op de rem-
blokken kunnen er vertragingen in de remwerking
optreden.
Maak een eventuele aansluiting voor de aan-
hangwagenkoppeling schoon na ritten in water
en modder.
Gerelateerde informatie
Bergen (p. 511)
Lagesnelheidsregeling (p. 483)
Tankvulklep openen en sluiten
De tankvulklep is te ontgrendelen met een knop
op het instrumentenpaneel.
Op het bestuurdersdisplay
wordt met de pijl naast het
tanksymbool aangegeven aan
welke kant van de auto de
tankvulklep zit.
1. Druk op de knop op het dashboard.
> Het op niveau brengen van de druk in de
brandstoftank zorgt voor een zekere ver-
traging van het openen van de klep. De
melding
Brandstoftank Tankvulklep
gaat open verschijnt op het bestuurders-
display gevolgd door Brandstoftank
Klaar voor tanken.