Operation Manual

VEILIGHEID
}}
53
Portier- en gordelwaarschuwing
Het systeem herinnert inzittenden eraan de vei-
ligheidsgordel om te doen en waarschuwt ook
als een portier, motorkap, achterklep of tankvul-
klep niet goed dichtstaat.
Grafische voorstelling op
bestuurdersdisplay
Grafische voorstelling op het bestuurdersdisplay met
verschillende soorten waarschuwingen. De waarschu-
wingskleur voor portier en achterklep is afhankelijk van
de rijsnelheid.
De grafische voorstelling op het bestuurdersdis-
play geeft de zitplaatsen weer waarvan de veilig-
heidsgordel wel of juist niet in gebruik is.
In dezelfde grafische voorstelling wordt aangege-
ven of de motorkap, de achterklep, de tankvulklep
of een portier openstaat.
U kunt de grafische voorstelling resetten door
een druk op de O-knop van de rechter knoppen-
groep op het stuurwiel.
Gordelwaarschuwing
Visueel signaal op plafondconsole.
De visuele signalen worden verstrekt via de pla-
fondconsole en het waarschuwingssymbool op
het bestuurdersdisplay.
Het geluidssignaal is afhankelijk van de snelheid,
de rijtijd en de afgelegde afstand.
De gordelstatus voor de bestuurder en de passa-
giers geeft via de grafische voorstelling op het
bestuurdersdisplay aan wanneer een gordel
wordt omgedaan of losgenomen.
Het gordelwaarschuwingssysteem geldt niet voor
kinderzitjes.
Voorstoel
Er worden visuele signalen en geluidssignalen
afgegeven, wanneer u en een eventuele voorpas-
sagier niet in de gordel zitten.
Achterbank
De functie van de gordelwaarschuwing voor de
achterbank is tweeledig:
Aangeven welke veiligheidsgordels van de
achterbank er worden gebruikt. Bij gebruik
van de veiligheidsgordels verschijnt een gra-
fische voorstelling op het bestuurdersdisplay.
Met visuele signalen en geluidssignalen
ervoor waarschuwen dat een van de veilig-
heidsgordel achterin tijdens het rijden werd
losgenomen. De herinnering verdwijnt zodra
de veiligheidsgordel weer is vastgemaakt.
Waarschuwing voor portier, motorkap,
achterklep en tankvulklep
Als de motorkap, de achterklep, de tankvulklep of
een van de portieren niet goed dichtstaan, geeft
de grafische voorstelling op het bestuurdersdis-
play aan wat openstaat. Breng de auto zo spoe-
dig mogelijk tot stilstand en sluit het onderdeel
dat aanleiding gaf tot de waarschuwing.
Bij een rijsnelheid tot 10 km/h (6 mph)
gaat het informatiesymbool op het
bestuurdersdisplay branden.