Operation Manual
6
Elektrische stuurverwarming* active-
ren en deactiveren
222
Automatische inschakeling van elek-
trische stuurverwarming* activeren
en deactiveren
223
Automatische klimaatregeling activeren
223
Luchtrecirculatie activeren en deacti-
veren
224
Timerinstelling voor luchtrecirculatie
activeren en deactiveren
225
Maximale ontwaseming activeren en
deactiveren
225
Elektrische voorruitverwarming* acti-
veren en deactiveren
226
Automatische inschakeling van elek-
trische voorruitverwarming* activeren
en deactiveren
228
Elektrische achterruit- en buitenspie-
gelverwarming activeren en deactiveren
228
Automatische inschakeling van elek-
trische achterruit- en buitenspiegel-
verwarming activeren en deactiveren
229
Ventilatorstand voorin regelen
229
Ventilatorstand achterin regelen
230
Temperatuur voorin regelen
231
Temperatuur achterin regelen
232
Temperatuur synchroniseren
233
Airconditioning activeren en deactiveren
233
Klimaat derde zitrij* activeren en
deactiveren
234
Verwarming
235
Standverwarming
236
Extra verwarming
237
Automatische inschakeling van extra
verwarming activeren en deactiveren
238
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN
EN ALARM
Vergrendelingsindicatie
240
Instelling voor vergrendelingsbevestiging
241
een transpondersleutel
241
Vergrendelen en ontgrendelen met
transpondersleutel
243
Instellingen voor ontgrendeling op
afstand en van de binnenzijde
244
Achterklep ontgrendelen met trans-
pondersleutel
245
Bereik transpondersleutel
246
Batterij in transpondersleutel vervangen
247
Meer transpondersleutels nabestellen
250
Red Key - transpondersleutel met
beperkte functionaliteit*
250
Instellingen voor Red Key*
251
Afneembaar sleutelblad
252
Vergrendelen en ontgrendelen met
afneembaar sleutelblad
253
Elektronische startblokkering
255
Typegoedkeuring voor transponders-
leutels
256
Keyless vergrendeling/ontgrendeling
en aanraakgevoelige gebieden*
265
Passief vergrendelen en ontgrendelen*
266
Instellingen voor passieve ontgrendeling*
267
Achterklep passief ontgrendelen*
267