Operation Manual
5
NL
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera .................. 4
De camera
voorbereiden
De bijgeleverde accessoires controleren ........................... 9
De accu voorbereiden ...................................................... 10
Een lens bevestigen ......................................................... 15
Een geheugenkaart plaatsen ............................................ 17
De camera voorbereiden .................................................. 21
De bijgeleverde accessoires gebruiken ............................ 23
Controleren hoeveel beelden kunnen worden opgenomen
..................................................................................... 25
Reiniging ......................................................................... 27
Alvorens te
bedienen
Plaats van de onderdelen en schermindicators ................ 30
Voorkant ..................................................................... 30
Achterkant .................................................................. 31
Zijkanten/onderkant ................................................... 32
LCD-monitor (opname-informatie) ........................... 33
Zoeker ........................................................................ 36
Een functie/instelling selecteren ...................................... 37
De functies die met de Fn (Functies)-knop geselecteerd
kunnen worden .................................................. 39
De functies die met de (Transporteren)-knop
geselecteerd kunnen worden
............................................................................ 39
Functies die met de MENU-knop geselecteerd kunnen
worden ............................................................... 39
Beelden
opnemen
Beelden zonder camerabeweging vastleggen .................. 41
Correcte houding ........................................................ 41
De Super SteadyShot-functie gebruiken .................... 42
Een statief gebruiken .................................................. 43
/ De automatische instelling gebruiken voor een
opname ........................................................................ 44
Een opname maken met een voor het onderwerp
(scènekeuzefunctie) geschikte instelling .................... 46
Portretfoto's nemen ............................................... 46
Landschapsfoto's nemen ...................................... 47
Foto's maken van een klein onderwerp ................ 48
Foto's maken van een bewegend onderwerp ........ 49