Operation Manual
56
56
Index
Inhoud
Index
Inhoud
TOEPASSINGSSPECIFIEKE INSTELLINGEN OPGEVEN
Kies eerst het tablet en het apparaat waarvoor u een toepassingsspecifieke instelling wilt maken. Klik
vervolgens op de knop [ + ] in de T
OEPASSINGENLIJST. Het dialoogvenster TOEPASSING VOOR AANGEPASTE
INSTELLINGEN TOEVOEGEN verschijnt.
Als een toepassing eenmaal is toegevoegd, wordt deze weergegeven in de T
OEPASSINGENLIJST zodra het
bijbehorende apparaat in de A
PPARATENLIJST is geselecteerd. Selecteer de toepassing en pas vervolgens
de tabbladinstellingen van het regelpaneel aan voor het gewenste apparaat en de geselecteerde
toepassing.
Als u eenmaal toepassingsspecifieke instellingen hebt gemaakt, maken de toepassingen die niet op deze
manier zijn aangepast gebruik van de apparaatinstellingen van A
LLE OVERIGE.
Tip: pas eerst de instellingen van één toepassing aan. Zodra u vertrouwd bent met het gebruik van
toepassingsspecifieke instellingen, kunt u specifieke instellingen voor andere toepassingen opgeven.
Kies een van de twee methoden
om een toepassing te selecteren:
• Open de toepassing waarvan
u de instellingen aan uw eigen
voorkeuren wilt aanpassen en
selecteer die toepassing
vervolgens in het vak ACTIEVE
TOEPASSINGEN.
•BLADER naar het uitvoerbare
bestand van een op uw
computer geïnstalleerde
toepassing.
Uw selectie wordt toegevoegd aan
het vak GESELECTEERDE
TOEPASSING.
Klik op OK om het proces te
voltooien.
Opmerking: als twee
programma’s dezelfde
bestandsnaam hebben, delen ze
dezelfde aangepaste instellingen.
Toont de naam van
de geselecteerde
toepassing.
Klik op OK om
uw selectie te
bevestigen en het
dialoogvenster
te sluiten.