Operation Manual

28
Index
Inhoud
28
Index
Inhoud
WERKEN MET DE TOUCH RING
Beweeg uw vinger over de ring om in of uit te zoomen, naar boven of beneden te bladeren of om de
toegewezen toetsaanslagen uit te voeren.
Belangrijk: sommige toepassingen kunnen de Touch Ring-functies vervangen en regelen.
Zie Geïntegreerde toepassingen voor tablet-bediening gebruiken
voor meer informatie.
Gebruik het regelpaneel van het Wacom-tablet om de opties van de Touch Ring aan te passen.
De instellingen van het regelpaneel beheren
Overzicht van het regelpaneel
De Touch Ring aanpassen
Voorbeeld van inzoomen
Beweeg uw vinger in de meeste toepassingen rechtsom langs de ring om in te zoomen
of naar beneden te bladeren. Tik op het bovenste deel van de Touch Ring als u de
toegekende functie met intervallen wilt gebruiken.
Voorbeeld van uitzoomen
Beweeg uw vinger linksom om uit te zoomen of naar boven te bladeren. Tik op het
onderste deel van de Touch Ring als u de toegekende functie met intervallen wilt
gebruiken.
Tik op het bovenste of onderste deel van de
ring voor stapsgewijze aanpassingen.
Druk op de schakelknop om tussen vier
aanpasbare modi te schakelen. Bij het
schakelen tussen de instellingen gaat een
bijbehorend statuslampje branden. Eventuele
uitgeschakelde instellingen worden
overgeslagen in de schakelreeks.
Als u op de schakelknop drukt, wordt er korte
tijd een schema van de Touch Ring-instellingen
op het beeldscherm weergegeven.
Zie De Touch Ring aanpassen
om de werking van
de Touch Ring te wijzigen.
Instelling 1: A
UTO SCROLL/ZOOM. Hiermee stelt
u de ring zodanig in dat deze in grafische
toepassingen kan worden gebruikt om te
zoomen en in andere toepassingen om te
scrollen.
In sommige toepassingen worden
zoomhandelingen mogelijk geïnterpreteerd als
scrollhandelingen of wordt het zoomen
mogelijk helemaal genegeerd. Zo kunnen
scrollhandelingen ook worden geïnterpreteerd
als zoomhandelingen of wordt het scrollen
mogelijk helemaal genegeerd.
Instelling 2: L
AAG SELECTEREN. Hiermee kunt u
naar boven of beneden door gestapelde lagen
lopen wanneer u in Adobe Photoshop werkt.
Beweeg uw vinger rechtsom langs de ring om
naar boven door de lagen te lopen.
Instelling 3: P
ENSEELGROOTTE. Hiermee stelt u
de ring in voor het vergroten over verkleinen
van de penseelgrootte van uw tekeninstrument
wanneer u in Adobe Photoshop werkt.
Instelling 4: C
ANVASROTATIE. Hiermee kunt u een
afbeelding in haar geheel draaien of omkeren in
Adobe Photoshop CS4 (of hoger).
Touch Ring-configuratie bij gebruik aan de
linkerzijde van het tablet. Standaardinstellingen: