Operation Manual

71
Index
Inhoud
71
Index
Inhoud
TOEPASSINGSSPECIFIEKE INSTELLINGEN
U kunt uw apparaten aanpassen voor gebruik met een bepaalde toepassing. Zo wilt u misschien een
zeer drukgevoelige penpunt in een toepassing, terwijl u in een andere toepassing liever een minder
drukgevoelige penpunt gebruikt. In de lijst T
OEPASSING kunt u een afzonderlijke toepassing toevoegen aan
de lijst en vervolgens de apparaatinstellingen voor deze toepassing aanpassen aan uw eigen voorkeuren.
Indien er geen toepassingsspecifieke instellingen zijn gemaakt
en er in de lijst APPARAAT een apparaat
wordt geselecteerd, wordt in de lijst T
OEPASSING het pictogram ALLES weergegeven. Hierin bevinden
zich alle apparaatinstellingen die voor al uw toepassingen van toepassing zijn.
In onderstaand voorbeeld zijn er toepassingsspecifieke instellingen toegevoegd voor de G
RIP PEN. Het
pictogram A
LLES wordt weergegeven en de GRIP PEN krijgt dezelfde instellingen in alle toepassingen.
Als er toepassingsspecifieke instellingen worden toegevoegd
, verandert het pictogram ALLES in ALLE
OVERIGE en verschijnt er een toepassingspictogram voor de zojuist toegevoegde toepassing(en).
In bovenstaand voorbeeld zijn er toepassingsspecifieke instellingen toegevoegd voor de G
RIP PEN. Als
u het pictogram A
LLE OVERIGE selecteert en de instellingen van de GRIP PEN wijzigt, zijn uw wijzigingen
van toepassing op de G
RIP PEN in alle toepassingen, behalve voor de toepassingen die u aan de lijst
T
OEPASSING hebt toegevoegd. Als u een toepassingspictogram selecteert en de instellingen van de
G
RIP PEN wijzigt, zijn uw wijzigingen alleen van toepassing op de GRIP PEN wanneer u de betreffende
toepassing gebruikt.
Wanneer u toepassingsspecifieke instellingen maakt, maakt u een aparte groep instellingen voor het
geselecteerde apparaat en de geselecteerde toepassing. Zie de volgende hoofdstukken voor meer
informatie:
Een toepassingsspecifieke instelling opgeven
Toepassingsspecifieke instellingen wijzigen
Toepassingsspecifieke instellingen verwijderen
Tip: u kunt de functie-instellingen van de ExpressKeys, Touch Rings of de pen voor de toepassing die
op de voorgrond staat, controleren door een van de ExpressKeys in te stellen op I
NSTELLINGEN en
die knop op elk gewenst moment in te drukken.