User manual

NL
WPS900F/WPS910 Instructies voor de montage
119
4.2 Montageplaats voor de sensoren bepalen
Zie afb. 2 tot afb. 5
I
Neem bij de montage het volgende in acht:
De afstand van de sensoren tot de grond moet minstens 40 cm en maxi-
maal 50 cm bedragen (afb. 2).
Voor een optimale werking dient de hoek van de sensor t.o.v. de rijbaan
90° te bedragen (afb. 2). De hoek mag niet kleiner zijn dan 90°, omdat
in dat geval de rijbaan door de sensor als obstakel wordt herkend.
De meegeleverde sensorhouders zijn geschikt voor de gangbare bum-
pers. Indien de bumper van het voertuig sterk overhelt, zijn optioneel 20°-
sensorhouders met afdekring verkrijgbaar (zie hoofdstuk „Toebehoren
voor WPS 900F/WPS 910” op pagina 117).
De meegelegeverde sensorhouders zijn niet geschikt voor de montage in
metalen bumpers. Hiervoor heeft u speciale sensorhouders met siliconen
ring nodig (zie hoofdstuk „Toebehoren voor WPS 900F/WPS 910” op
pagina 117).
Neem in acht dat de sensorhouder afhangt van de montagehoogte en de
schuine stand van de bumper. Kies volgens de tabel in afb. 2 de pas-
sende sensorhouder en de bijbehorende boordiameter. De handleiding
geeft de montage weer van de standaard-sensorhouders (montage van
de binnenkant van de bumper), omdat hier het optisch beste montagere-
sultaat wordt bereikt. Alternatief kunnen de sensoren ook met de meege-
leverde sensorhouders met afdekring worden gemonteerd.
Monteer de sensoren op de juiste plaats (afb. 5):
INSTRUCTIE
Voor een goede werking van het toestel is het belangrijk dat de
sensoren juist afgesteld zijn.
Als deze naar de grond wijzen, worden bijv. bodemoneffenheden
als obstakel aangegeven. Als ze te ver naar boven wijzen, worden
aanwezige obstakels niet herkend.
Kleur van de sensoren Montageplaats
blauw (bl) buitenkanten van de achterste bumper
zwart (sw) middelste sensoren aan de achterste bumper
bruin (br) voorste bumper