Operation Manual

25
PEM-X1
GEBRUIKSAANWIJZING
UITGAVE 01/2013 BESTELNUMMER DOC 2337552
6.6 AARDING
Ontbrekende aarding!
Explosiegevaar en gevaar door elektrische schok.
Elektrostatische besturingen en bijbehorende spuitinstallaties
mogen uitsluitend op netvoedingen met aardleidingaansluiting
(PE-geleider) worden aangesloten!
GEVAAR
Sterke poedernevel bij slechte aarding!
Vergiftigingsgevaar.
Slechte kwaliteit van de aangebrachte ver aag.
Alle componenten van het apparaat aarden.
Te coaten werkstukken aarden.
WAARSCHUWING
Om veiligheidsredenen moet de besturing goed geaard zijn. De aardverbinding naar
de energietoevoer (stopcontact) wordt via de aardleiding tot stand gebracht, de
aardverbinding naar het werkstuk / naar de installatie wordt via de kartelschroef aan de
achterkant van de besturing verricht. Beide verbindingen zijn absoluut noodzakelijk. De
aarding van het pistool gebeurt met een eerder beschreven correctie installatie, via de
pistoolkabel tussen besturing en pistool.
Om een optimale poedercoating te bereiken, dient ook het werkstuk absoluut goed
geaard te zijn.
Een slecht geaard werkstuk leidt tot:
gevaarlijke elektrische oplading van het werkstuk
zeer slechte bedekking
ongelijkmatige laagdikte
terugspuiting op pistool, d.w.z. verontreiniging
Voorwaarden voor de onberispelijke aarding en coating zijn:
Schone ophanging voor het te coaten werkstuk.
Aarding van de spuitcabine, transport- en ophanginrichting door de gebruiker volgens
de gebruiksaanwijzingen of gegevens van de fabrikant.
Aarding van alle geleidbare onderdelen binnen de werkzone.
De aardingsweerstand van het werkstuk mag 1 MΩ (megaohm) niet overschrijden.
(Aardlekweerstand gemeten bij 500 V of 1000 V).