Operating Instructions and Installation Instructions

5.3 Condensaataansluiting
GEVAAR
Vergiftigingsgevaar door vrijkomend rookgas
Bij niet gevulde sifon komt er rookgas vrij.
Inademen leidt tot duizeligheid, misselijkheid of zelfs tot de dood.
Vulstand van de sifon regelmatig controleren en evt. bijvullen, vooral bij langere
stilstandstijden of werking met hoge teruglooptemperaturen (> 55 °C).
Het condensaat dat bij condenserende werking ontstaat, wordt via een geïntegreerde
sifon naar het afwateringssysteem van de woning geleid.
Werkblad DVWA-A 251 en plaatselijk geldende voorschriften in acht nemen en evt.
een neutralisatie-eenheid inbouwen.
Als de inleidingsplaats van het afwateringssysteem boven de condensaatuitgang is:
Condensaatopvoerpomp inbouwen.
Sifon vullen en monteren
Bijgeleverde sifon met water vullen tot er water uit de condensaatslang uitvloeit.
Sifon monteren.
Condensaatslang plaatsen.
Condensaatslang zo plaatsen dat er geen water kan stagneren (sifon-effect) en dat
het condensaat ongehinderd afvloeien kan.
Condensaatslang naar de condensaatafvoerleiding leiden.
OPGELET
Schade aan het toestel wegens condensaatophoping
Het toestel kan zich met condensaat vullen, wat tot storingen of schade kan leiden.
Als er na het toestel een andere sifon aanwezig is, moet het verbindingsstuk tussen
beide sifons een verluchtingsopening bevatten.
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Condenserende gasketel WTC 45-A en WTC 60-A
5 Installatie
83240707 • 1/2013-07 • La
30-111