Operation Manual

26
Gebruik de afwasmachine niet als zij
beschadigd is tijdens het transport. Wend u
tot de Servicedienst of tot de verkoper.
(Zie de afzonderlijke installatieaanwijzingen)
Toevoer en afvoer van het water:
Neem de geldende voorschriften van het
waterleidingbedrijf in acht.
Controleer of de watertoevoer- en
afvoerslangen niet gevouwen of afgekneld zijn.
Als de slangen niet lang genoeg zijn, wend u
dan tot de Servicedienst of de verkoper.
De toevoerslang moet veilig en hermetisch
op de waterkraan worden aangesloten.
De temperatuur van het toegevoerde water is
afhankelijk van het model: toevoerslang met
de aanduiding: 25° C Max:
Maximumtemperatuur 25° C.
Alle andere modellen: maximumtemperatuur
60° C.
Vergewis u er op het moment van installatie
van dat het afvoerwater zonder problemen
weg kan stromen (verwijder indien nodig ook
het netje in de sifon van de wasbak).
Bevestig de afvoerslang aan de sifon met
een klembandje, zodat hij niet los kan raken.
Alleen voor apparaten met
waterstopsysteem: als de aanwijzingen voor
de installatie in acht worden genomen, kan
het waterstopsysteem voorkomen dat er
water uit de machine stroomt, dat schade zou
kunnen aanrichten in uw woning.
Elektrische aansluiting:
Neem de geldende normen van het
elektriciteitsbedrijf in acht.
De voedingsspanning staat vermeld op het
plaatje dat rechts op de binnenkant van de
deur is aangebracht.
De aarding van het apparaat is wettelijk
verplicht.
Gebruik geen verlengsnoeren of
meervoudige adapters.
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudswerkzaamheden gaat verrichten.
De voedingskabel mag uitsluitend worden
vervangen door gekwalificeerde technici.
Voor Oostenrijk:
als er een
lekstroomschakelaar in serie met het
apparaat wordt geschakeld, moet deze
gevoelig zijn voor pulserende stroom.
AANSLUITINGEN