Operation Manual

30
ELEKTRISCHE AANSLUITING EN IN GEBRUIK NEMEN
Controleer of de netspanning op het typeplaatje dat zich in de vriesruimte
bevindt, overeenkomt met de netspanning van de woning.
Het is wettelijk verplicht het apparaat te aarden. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor eventuele schade aan personen of voorwerpen,
welke door het niet opvolgen van dit voorschrift kan ontstaan.
Wanneer het apparaat aangesloten is, en de thermostaatknop niet ingesteld is
op symbool •, gaan het groene en het rode controlelampje 1 en 2 branden
(Fig. 1) en gaat het geluidssignaal van de temperatuur aan.
Het groene controlelampje blijft steeds branden en betekent dat het apparaat in werking is. Het rode
controlelampje blijft branden tot de goede werkingstemperatuur bereikt is.
Did lampje gaat weer branden wanneer de temperatuur in de vrieskast stijgt door het vaak of lang openen
van de deur, en wanneer het apparaat geladen wordt met vers, in te vriezen voedsel. In did geval, de
snelvriesschakelaar aanzetten tot het rode controlelampje uitgaat. Het geluidssignaal betekent het branden
van het rode alarmlampje. Did houdt op wanneer het rode controlelampje uitgaat of wanneer het
snelvriezen ingeschakeld wordt (geel controlelampje brandt).
REGELEN VAN DE TEMPERATUUR
Met de thermostaat (zie Fig. 1) kan de temperatuur geregeld worden. De stand betekent een tijdelijk
onderbroken werking. De ideale temperatuur voor het bewaren op lange termijn van diepvriesprodukten
of ingevroren voedsel is -18°C. Bij normale omstandigheden (omgevingstemperatuur tussen +25° C en
+25°C), wordt aangeraden de thermostaatknop op een middenstand in te stellen. Indien men een lagere
of hogere temperatuur dan -18°C in de vrieskast wenst, de thermostaatknop respectievelijk naar een
hoger nummer of naar de stand "•" draaien. We herinneren u eraan, dat het instellen van de thermostaat
afhankelijk is van de temperatuurwisselingen buiten de vrieskast, van de hoeveelheid te bewaren voedsel,
van de frequentie van het openen van de deur en van de plaats waar het apparaat geïnstalleerd is: na enige
ervaring zult u de regeling vinden die aan uw wensen voldoet.
Om de temperatuur van de diepvriesprodukten te meten, de thermometer (indien meegeleverd) tussen
de voedingswaren leggen; indien bovenop de produkten gelegd zou de thermometer de luchttemperatuur
aangeven, die niet overeenkomt met de temperatuur van het produkt.
GEBRUIK VAN DE VRIESKASTRUIMTE
Dit apparaat is voorzien van een geluidssignaal dat aangaat wanneer de deur per toeval open blijft.
Indien de deur lang open moet blijven, moet men om geluidssignaal af te zetten, schakelaar (6) (zie Fig. 1)
uittrekken.