Operation Manual

28
OPSPOREN VAN STORINGEN
1. Het apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Is de voedingsschakelaar ingeschakeld?
Is de zekering doorgebrand?
Staat de thermostaat op de correcte stand?
Is het apparaat correct ingeschakeld?
2. Overmatige ijsvorming.
Is de afvoer voor dooiwater correct
aangebracht?
Is de deur goed gesloten?
3. De gele, rode en groene led brand niet.
Voer de controles uit voor punt 1,
en vervolgens:
Neem contact op met de klantenservice.
Opmerkingen:
De voorste rand van het apparaat kan warm zijn.
Dit voorkomt condensvorming en is geen defect.
Borrelende en sissende geluiden die worden
veroorzaakt door expansie in het koelsysteem
zijn normaal.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de klantenservice:
1. Controleer of u het probleem zelf kunt
oplossen aan de hand van de punten die
beschreven zijn in Opsporen van storingen.
2. Schakel het apparaat opnieuw in en controleer
of het probleem is opgelost. Indien niet,
koppelt u het apparaat los van de
stroomtoevoer en wacht ongeveer een uur
voordat u het opnieuw inschakelt.
3. Indien het probleem aanhoudt na deze actie,
neemt u contact op met de Klantenservice.
Vermeld het volgende:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (het nummer na het
woord SERVICE op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat),
uw volledige adres,
uw telefoonnummer en zonecode.
Opmerking:
De richting waarin de deur opent kan veranderd
worden. Indien deze actie wordt uitgevoerd door
Klantenservice valt dit niet onder de garantie.
De deur kan niet worde omgekeerd bij modellen
met een handgreep aan de voorzijde.