Instruction for Use

NL130
RAADPLEEG VOOR DE ELEKTRISCHE AANSLUITING HET HOOFDSTUK OVER DE INSTALLATIE
De inductie-oven is uitgerust met een elektrische contrastekker op de achterwand van de oven voor de
voeding van het verwarmingselement in de inductieplaat wanneer deze wordt aangesloten.
De inductieplaat is ontworpen voor gebruik in combinatie met de inductiekookpan die met de oven wordt
meegeleverd. Snellere bereiding en gunstiger energieverbruik worden verkregen door gebruik te maken
van de kookpan en de inductieplaat.
1. Bedieningspaneel
2. Bovenste verwarmingselement/grill
3. Koelventilator (niet zichtbaar)
4. Typeplaatje (verwijder dit nooit)
5. Lampen
6. Circulair verwarmingselement (niet zichtbaar)
7. Ventilator
8. Onderste verwarmingselement (niet zichtbaar)
9. Deur
10. Positie van de roosters (de steunhoogte staat aangegeven op de voorkant van de oven)
11. Schot
12. Elektrische contrastekker (binnenzijde oven)
13. Inductieplaat
14. Positie van inductieplaat
OPMERKING:
- Tijdens de bereiding kan de koelventilator afwisselend ingeschakeld worden om het energieverbruik
te verminderen.
- Na afloop van de bereiding, nadat de oven is uitgeschakeld, kan de koelventilator nog een tijdje
blijven werken.
- Als de deur wordt geopend tijdens de bereiding worden de verwarmingselementen uitgeschakeld.
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
A. ROOSTER (2): kan gebruikt worden om voedsel op te grillen of als draagrooster voor pannen, bak- en
cakevormen en ovenvaste schalen.
B. OPVANGBAK (1): is bedoeld om vet op te vangen wanneer hij onder het rooster wordt geplaatst, of
als bakplaat voor het bereiden van vlees, vis, groenten, focaccia enz.
C. KOOKPAN (1): de kookpan is ontworpen voor gebruik met de inductieplaat en moet volgens de
positiemarkeringen op het glas van de inductieplaat worden geplaatst.
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK VAN DE OVEN
Fig. A Fig. B Fig. C Fig. D