GEBRUIKSAANWIJZING ENKELVOUDIG GESPLITSTE AIRCONDITIONER MET GROEN GAS EN MET GAS R22 VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK VEILIGHEIDSMAATREGELEN AANDUIDING VAN DE ONDERDELEN AFSTANDSBEDIENING BEDIENINGSINSTRUCTIES ONDERHOUD OPSPOREN VAN STORINGEN BESCHERMING INSTALLATIE-INSTRUCTIES CLASSIC RANGE R22 GREEN RANGE Afdanken van oude huishoudelijke apparatuur • Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA).
VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK Voordat u de airconditioner in gebruik neemt, dient u de volgende punten te controleren en in te stellen. • Voorinstelling van de afstandsbediening Telkens wanneer de batterijen van de afstandsbediening vervangen worden, wordt de afstandsbediening vooraf ingesteld op Verwarmingspomp. Als de door u aangeschafte airconditioner een model met Alleen koelen is, dan brengt de voorinstelling op Verwarmingspomp geen veranderingen met zich mee.
AANDUIDING VAN DE ONDERDELEN A B Binnenunit R C I MG H E F L D N Buitenunit O P Q Buitenunit Binnenunit N - Luchtaanzuiging A - Luchtaanzuiging O - Leidingen en netsnoer B - Voorpaneel P - Afvoerslang C - Bedieningspaneel Opmerking: Condenswater wordt afgevoerd D - Display tijdens het KOELEN of DROGEN.
Bediening en display 1 4 2 3 5 1. Noodknop Wordt gebruikt om de unit te bedienen als de afstandsbediening niet werkt. Wordt gebruikt om de automatische herstartfunctie in te stellen of te annuleren. (Zie pagina 63) 2. Indicatielampje apparaat in werking (Groen) Dit brandt als het apparaat in werking is. Als de SLEEP-mode ingesteld is, zal dit lampje gedurende tien seconden knipperen en vervolgens gaan branden. Dit knippert tijdens ontdooien. 3.
AFSTANDSBEDIENING De afstandsbediening zendt signalen uit naar het systeem. A. ON/OFF-toets: Als u op deze toets drukt, wordt het apparaat ingeschakeld als het op het elektriciteitsnet is aangesloten of wordt het uitgeschakeld als het in werking is. B. MODE-toets: wordt gebruikt om de bedieningsmode te selecteren. C. FAN-toets (ventilator): Wordt gebruikt om de ventilatiesnelheid te selecteren op automatisch, hoog, gemiddeld of laag. D.
BEDIENINGSINSTRUCTIES Bedieningsmodi 1. Selecteren van de mode Iedere keer dat de MODE-toets wordt ingedrukt, verandert de bedieningsmode achtereenvolgens in: KOELEN DROGEN ALLEEN VENTILATIE VERWARMEN BELANGRIJK: De verwarmingsmode is NIET beschikbaar op de airconditioner voor alleen koelen. 2.
Bediening van de verticale luchtstroom (met de afstandbediening) Gebruik de afstandsbediening om de hoek voor de luchtstroom in te stellen. Kantelen van de luchtstroom. Door eenmaal op de “SWING”-toets te drukken wordt de verticale jaloezie automatisch omhoog of omlaag gekanteld. Gewenste richting van de luchtstroom. Druk nogmaals op de “SWING”-toets tot de jaloezieën in de gewenste hoek gekanteld zijn.
Wat u kunt doen met de 6th SENSE MODE Uw gevoel Toets Afstellingsprocedure Beetje te warm Druk eenmaal om de ingestelde temperatuur te verlagen met 1°C Er kan een verlaging van maximaal 2°C ingesteld worden Druk tweemaal om de ingestelde temperatuur te verlagen met 2°C Beetje te koud Druk eenmaal om de ingestelde temperatuur te verhogen met 1°C Er kan een verhoging van maximaal 2°C ingesteld worden Druk tweemaal om de ingestelde temperatuur te verhogen met 2°C Onaangenaam vanwege ongeschikt volum
3. Nadat de ingestelde timer 5 seconden is weergegeven, wordt de klok op het LCD-display van de afstandsbediening weergegeven in plaats van de ingestelde timer. De TIMER ON annuleren Druk nogmaals op de toets TIMER ON; u hoort een “piep” en de indicator verdwijnt. De TIMER ON-mode is nu geannuleerd. Opmerking: dit lijkt op TIMER OFF, u kunt het apparaat automatisch laten uitschakelen op het door u gewenste tijdstip. JET-mode • De JET-mode wordt gebruikt om snelle koeling te starten of te stoppen.
Sleep-mode SLEEP-mode kan ingesteld worden in de modi KOELEN of VERWARMEN. Deze functie zorgt voor een aangenamere omgeving om in te slapen. In de SLEEP-mode • stopt het apparaat automatisch na 8 uur. • De ventilatiesnelheid wordt automatisch ingesteld op lage snelheid. • *De ingestelde temperatuur wordt met max. 1°C vehoogd als het apparaat langer dan twee uur in de koelingsmode werkt; daarna blijft de temperatuur constant. • De ingestelde temperatuur wordt met max.
ONDERHOUD Onderhoud van het apparaat Koppel het apparaat los van de netvoeding Zet het apparaat uit voordat u de stekker uit het stopcontact trekt. • Om het voorpaneel te verwijderen trekt u het naar buiten, zoals te zien is in afbeelding (a) Veeg het apparaat af met een zachte, droge doek Gebruik lauwwarm water (kouder dan 40°C) om het apparaat te reinigen als het zeer vuil is. • Gebruik een droge en zachte doek om het te reinigen.
BESCHERMING Functioneringscondities Het beveiligingsapparaat kan in de volgende gevallen losschieten en het apparaat stilzetten. Temperatuur van de buitenlucht is hoger dan 24°C *VERWARMEN Temperatuur van de buitenlucht is lager dan -7°C Kamertemperatuur is hoger dan 27°C KOELEN DROGEN Temperatuur van de buitenlucht is hoger dan* 43°C Kamertemperatuur is lager dan 21°C Kamertemperatuur is lager dan 18°C *Bij modellen voor een tropisch klimaat (T3), is de temperatuur 52°C in plaats van 43°C.
INSTALLATIE-INSTRUCTIES Afstand van het plafond moet meer dan 50 mm zijn Installatiediagram Afstand van de wand moet meer dan 50 mm zijn Afstand van de wand moet meer dan 50 mm zijn Afstand van de vloer moet meer zijn dan 2500 mm Afstand van de luchtinlaat tot de wand meer zijn dan 250 mm A fs wa tand n d v an me de er zijn luchtu dan itlaa 500 t to mm t de Afstand van de luchtinlaat tot de wand meer zijn dan 250 mm Meer dan 250 mm OPMERKING: De bovenstaande afbeelding is een vereenvoudigde weergave
Kiezen van de beste plaats voor installatie Binnenunit Leidinglengte max. 15 m Hoogte moet minder zijn dan 5 m Plaats voor het installeren van de binnenunit • Kies een plaats waar geen obstakels zijn bij de luchtuitgang, en de lucht gemakkelijk in iedere hoek geblazen kan worden. • Kies een plaats waar gemakkelijk leidingen aangelegd en gaten in de wand gemaakt kunnen worden. • Houd u aan de vereiste afstand van het plafond en de wand volgens het bedradingsdiagram.
Installatie van de binnenunit 1. Installeren van de montageplaat • Bepaal de positie van het gat voor de leiding in overeenstemming met de plaats van de montageplaat. • Boor een gat in de wand. Het gat moet licht naar beneden lopen naar buiten. • Installeer een schuifmof in het gat in de wand om deze netjes en schoon te houden. Montage plaat Buiten 2.
Warmte-isolatie van de leidingen: • Plaats de afvoerslang onder de leiding. • Isolatiemateriaal: polyethyleenschuim van meer dan 6 mm dik. OPMERKING: De afvoerslang moet geprepareerd worden door de gebruiker. • De afvoerleiding moet naar beneden lopen voor een gemakkelijke afvoerstroom. • Draai de afvoerleiding niet, laat haar niet uitsteken of rondzwaaien, en dompel het uiteinde niet onder in water.
4. De kabel aansluiten • Binnenunit Voorpaneel Aansluitklem (binnenin) Sluit het netsnoer op de binnenunit aan door de draden één voor één op de aansluitklemmen op het schakelbord aan te sluiten in overeenstemming met de aansluiting van de buitenunit. Kast Binnenunit OPMERKING: (afhankelijk van het model) frame Om de aansluitingen met de aansluitklem van de binnenunit uit te voeren moet de kast verwijderd worden.
Bedradingsdiagram Zorg ervoor dat de kleur van de draden van de buitenunit en het nummer van de aansluitklem dezelfde zijn als die van de binnenunit.
Luchtzuivering Vochtige lucht in de koelcyclus kan een storing in de compressor veroorzaken. Nadat u de binnen- en buitenunit geïnstalleerd heeft, dient u lucht en vocht uit de koelcyclus te verwijderen met behulp van een vacuümpomp, zoals hieronder weergegeven is.