Operation Manual

104
CONTROLES EN TEST NA INSTALLATIE
Controlepunten na installatie
Testen
1. Voorbereiding van het testen
Schakel de voeding niet in voordat alle installatiewerkzaamheden voltooid zijn.
Ga na of de bedieningslijn correct geïnstalleerd is en alle elektriciteitsleidingen goed aangesloten zijn.
Open de afsluitkleppen van de grote en kleine leiding.
Verwijder vreemde voorwerpen van de unit, vooral metaalafval, stukken kabel en gereedschap.
2. Testen (afb. 2 pag. 104)
Steek de stekker in het stopcontact, druk op de “AAN/UIT” toets op de afstandsbediening: het
airconditioningapparaat moet nu starten.
Druk op de Mode-toets, stel het apparaat in op de gewenste stand, b.v. koeling en ventilatie, en
controleer of de werking correct is.
ELEKTRISCHE VERWARMINGSRIEM
Controlepunten Problemen die te wijten zijn aan foutieve installatie
Is het apparaat stevig geïnstalleerd? De unit kan vallen, trillen of lawaai maken
Is er gecontroleerd op gaslekken? Dit kan onvoldoende koel-/verwarmingseffect
veroorzaken
Is de thermische isolatie van de unit
voldoende?
Dit kan onvoldoende koel-/verwarmingseffect
veroorzaken
Verloopt de afvoer soepel? Dit kan condensatie en druppelen veroorzaken
Is de netvoedingsspanning gelijk aan de
nominale spanning die op de typeplaat
vermeld wordt?
De unit kan kapotgaan of de componenten kunnen
doorbranden
Zijn de lijnen en leidingen correct
geïnstalleerd?
De unit kan kapotgaan of de componenten kunnen
doorbranden
Is de unit goed geaard? Gevaar voor elektrische lekken
Voldoen de leidingtypes aan de eisen? De unit kan kapotgaan of de componenten kunnen
doorbranden
Zijn er obstakels aanwezig in de buurt van de
luchtingang en -uitgang van de binnen- en
buitenunit?
Dit kan onvoldoende koel-/verwarmingseffect
veroorzaken
Zijn de lengte van de koelmiddelleiding en de
hoeveelheid koelmiddel genoteerd?
Het is moeilijk om te weten hoeveel koelmiddel er
gebruikt moet worden
ELEKTRISCHE VERWARMINGSRIEM VOOR ALLEEN
INVERTER MODEL AMC 996, AMC 998
Bij storingen in de sensor van de buitentemperatuur stopt de
werking van beide elektrische riemen. Onder normale
omstandigheden dient als volgt te werk te worden gegaan:
1.
Als de buitentemperatuur -5° of lager bedraagt en de
compressor start niet, dan start de elektrische
verwarmingsriem op de compressor; als de compressor in
werking is, of niet start terwijl de buitentemperatuur > -2°C
is, dan start de elektrische verwarmingsriem niet. Als de
compressor niet start en de buitentemperatuur ligt tussen
-5°C en -2°C, dan handhaaft de elektrische
verwarmingsriem op de compressor zijn actuele conditie.
2.
Als de buitentemperatuur lager dan of gelijk is aan 3°C, zal
de elektrische verwarmingsriem van de condensor werken.
Als de buitentemperatuur hoger dan 6°C is, werkt hij niet.
Tussen 3° en 6°C handhaaft hij zijn actuele status.
Elektrische
verwarmingsriem
32602005NL.fm Page 104 Thursday, December 14, 2006 11:24 AM