Instruction for Use

11
BEREIDEN EN OPWARMEN MET DE MAGNETRON
DRAAI DE FUNCTIEKNOP tot u de magnetronfunctie heeft gevonden.
DRAAI DE INSTELKNOP om het magnetronvermogen in te stellen.
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
DRAAI DE INSTELKNOP om de bereidingstijd in te stellen.
DRUK OP DE STARTTOETS.
VERMOGEN
A
LS HET BEREIDINGSPROCES EENMAAL GESTART IS:
Kunt u de bereidingstijd eenvoudig met stappen van 30 seconden
verlengen door op de starttoets te drukken. Bij elke druk op de toets
wordt de bereidingstijd met 30 seconden verlengd. U kunt de berei-
dingstijd ook verlengen of verkorten door de instelknop te draaien.
DOOR OP << te drukken kunt u terugkeren naar waar u de berei-
dingstijd en het vermogen kunt veranderen. Beide kunnen tijdens
het koken worden veranderd met de instelknop.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE voor norma-
le bereidingen en het opwarmen
van bijvoorbeeld groenten, vis,
aardappelen en vlees.
ALLEEN MAGNETRONFUNCTIE
V
ERMOGEN AANBEVOLEN GEBRUIK:
900 W
V
ERWARMEN VAN DRANKEN, water, heldere soepen, koffie, thee of ander voedsel met een
hoog watergehalte. Wanneer het voedsel eieren of room bevat, moet u een lager ni-
veau kiezen.
750 W B
EREIDEN VAN GROENTEN, vlees etc.
650 W B
EREIDEN VAN vis.
500 W
V
OORZICHTIG BEREIDEN VAN b.v. eiwitrijke sauzen, kaas- en eiergerechten en voor het afma-
ken van casseroles.
350 W L
ATEN SUDDEREN VAN STOOFSCHOTELS, smelten van boter en chocolade.
160 W O
NTDOOIEN. Zacht laten worden van boter, kaas.
90 W IJ
S ZACHT laten worden
0 W A
LLEEN BIJ GEBRUIK van de kookwekker.